24 september 1922: Ettore Bastianini wordt geboren

Ettore Bastianini werd geboren in Siena op 24 september 1922 in de Via Paolo Mascagni.

Als zoon van een onbekende vader groeide hij op bij zijn moeder en begon al snel als leerling te werken bij bakker Gaetano Vanni, panterino, in via Stalloreggi, met wie hij aria’s van opera’s zong in de winkel.

Bij een eerste ervaring in het koor van de Metropolitana, in 1938, is Ettore 16 jaar oud. Hij wordt vergezeld door enkele koorzangers van de toenmalige Centuria Corale di Siena (later Unione Corale Senese en vandaag de dag “Ettore Bastianini”) van de meesters Adelmo en Fathima Ammannati. Deze laatste twee zijn enorm onder de indruk van zijn stem. Hij kon via hen gratis naar de Ammannati-zangschool te gaan.

Op 16 november 1945 debuteerde hij in het Alighieri Theater in Ravenna in de rol van Colline in “La Bohème”.

In hetzelfde jaar komt hij ook in contact met Jago, de zoon van Diva, een jonge zangeres die bekend is in Forlì.

Zijn carrière als bas kwam echter nooit van de grond en na een paar jaar verliet hij het podium. Onder leiding van maestro Luciano Bettarini studeerde hij intensief de techniek en het baritonrepertoire. Dit is immers veel geschikter voor zijn stembanden. Als bariton zegeviert hij in december 1952 in de Comunale van Florence in Tsjaikovski’s “La dama di picche” (Schoppenvrouw).

Vanaf dit moment zal zijn carrière niet meer te stoppen zijn. Hij zal optreden in alle beroemde theaters ter wereld naast de belangrijkste exponenten van de opera van die tijd. Bastianini heeft een bomvolle agenda en zingt tot tachtig optredens per jaar. Soms rijdt hij zelf met zijn Porsche van de ene stad naar de andere.

Telkens keert hij terug naar zijn geliefde Siena, en in het bijzonder zijn contrada Pantera. Hij wordt zelfs kapitein van de contrada tussen 1959 en 1966. Op 2 juli 1963 wint hij de Palio waardoor Pantera verlost wordt van de cuffia (langst niet gewonnen).

Tot het moment van de overwinning was het zijn grootste zorg dat hij de Palio niet aan Pantera kon schenken. In een interview verklaarde hij: “Pantera die niet wint, is als een doorn in mijn hart. Ik ben nu drie jaar kapitein en ik heb nog niet kunnen winnen. Ik zal moeten aftreden”.

Maar Bastianini doet enorm veel voor Pantera: ​​in 1962 bouwt hij de nieuwe stal en betaalt hij de nieuwe kostuums voor de giro (ronde door de stad na overwinning of op de dag van het Festa Titolare). Deze werden ontworpen door Bruno Marzi die meerdere drappelloni geschilderd heeft. Daarnaast participeert hij met persoonlijk geld in de verbouwingen van het wijkhuis. Op de cena’s bij de Prova Generale zingt hij steevast voor de aanwezigen.

Hij kocht ook toppaard Topolone en veranderde de naam naar Ettore.

Eind 1962 werd bij hem de ziekte vastgesteld waaraan hij zal overlijden: keelkanker. Was het zijn lot of eerder een ‘professionele ziekte’ (Caruso stierf ook zo)?

Niemand weet echter van zijn ziekte; Bastianini zal er altijd alleen en in stilte mee geconfronteerd worden zei de vrouw (de Amerikaanse Cynthia Sue Wood) die bij hem bleef tot het moment van zijn dood achteraf. Zij werd later ook kapitein van de contrade, niet zo voor de hand liggend als Amerikaanse vrouw.

Ondanks de voortgang van de ziekte en de lange periodes van afwezigheid van de podia voor behandeling, zingt hij zo lang als hij kan.

Hij schreef aan een vriend een zin die zijn leven samenvat: ‘Ik ben nergens bang voor, behalve voor het verlies van mijn stem want zo kan ik niets meer aan anderen geven.”.

Net om die stem niet te verliezen zal hij er nooit mee instemmen om een operatie te ondergaan die hem wellicht langer had doen leven.

Op 25 januari 1967 stierf hij in Sirmione op 44-jarige leeftijd. Twee dagen later, op de begrafenis in Siena is de hele stad is aanwezig. Wanneer de begrafenisstoet langs een van de straten die naar Piazza del Campo leiden, passeert, werd de kist voor een laatste afscheid naar de Torre del Mangia gekeerd. De Sunto luidt mee in rouw

Op verzoek van de Contrada della Pantera werd een straat in de wijk vernoemd naar Ettore Bastianini.

In 2016 maakte SienaTV volgende reportage over hem: