Beniamino, Vincenzo Cappelli en Mangia laveren tussen Campo en rechtbank

De drie negentiende-eeuwse fantini waar we het vandaag over hebben staan niet in de schijnwerpers vanwege overwinningen, maar omwille van misdaden die ze pleegden.

Bernardino Calvellini, detto Beniamino, is de enige fantino in de geschiedenis wiens vader een belangrijke functie bekleede in een contrada. Zijn vader was kapitein van Selva in de vroege 19e eeuw, al hielp dit niet om door te breken in de wereld van de Palio. Beniamino reed alleen de Palio van 18 augustus 1842 voor Pantera. Deze Palio werd door 17 contrade gereden maar over zijn prestatie valt niets terug te vinden in de analen.

Calvellini wordt echter wel geciteerd in gerechtelijke verslagen uit die tijd : vechtpartijen, godslastering, gokken,… Hij werd ook herhaaldelijk aangeklaagd voor diefstal (blijkbaar hield hij erg van kool…) of huishoudelijk geweld tegen zijn vrouw waarvoor hij meermaals werd gearresteerd. De ongelukkige partner van Beniamino was niemand minder dan de dochter van een andere fantino, Vincenzo Cappelli die 4 koersen liep tussen 1806 en 1809. Toen deze laatste het geweld tegen zijn dochter beu was nam hij haar in bescherming. Op 8 december 1828 reageerde Calvellini door Cappelli te verwonden aan het hoofd met een baksteen. De fantini waren dus niet enkel rivalen op de Piazza maar ook ernaast. Beniamino bekocht zijn actie met enkele dagen gevangenis.

Wie de gevangenis al goed kende voor hij zijn debuut op Piazza maakte, was Angelo Bartalozzi, detto Mangia. Hij reed 2 maal de Palio, op 18 augustus 1841 voor Giraffa en op 15 augustus 1848 voor Lupa. Toen Bartalozzi slechts 13 jaar oud was ging hij met een vriend druiven stelen op een veld buiten Porta Ovile. Nadat ze hun ‘inkopen’ gedaan hadden begonnen de twee ruzie te maken over de verdeling van de buit. Mangia wilde deze niet met zijn metgezel delen. Een gewelddadig gevecht volgde; de toekomstige fantino sloeg zijn vriend met een stok en verwondde hem erna met een mes. De jonge Angelo, die ervan droomde om te smullen van de druiven, moest zich tevreden stellen met water en brood in de gevangenis.