Capodanno Senese : geschiedenis van een traditie die sinds 2013 opnieuw jaarlijks gevierd wordt

Het traditionele Sienese Nieuwjaar werd tot 1749 jaarlijks gevierd op 25 maart. In dat jaar installeerde Francesco II van Lotharingen de moderne Gregoriaanse kalender in het Groothertogdom Toscane. In Siena werd tot dan het begin van het jaar gevierd op de dag van de Maria Boodschap of Aankondiging van de Heer (‘Annuntiationis Domini’). Het is het hoogfeest ter herinnering van de aankondiging (annunciatie) van de geboorte van Jezus aan Maria. In de Orthodoxe Kerk en Rooms-Katholieke Kerk valt deze feestdag jaarlijks op 25 maart, dus negen maanden voor Kerstmis, de geboortedag van Christus.

Het ritueel vond plaats in de kerk van het oude ziekenhuis, genoemd naar de Maagd Annunziata, met schenking van kaarsen door de stad, de presentatie van de maestranze delle Grance en het tentoonstellen van de relikwieën van de Cappella del Manto.

In 2013 wilde de Magistraat van de Contrade van Siena de gewoonte van de Sienese nieuwjaarsvieringen opnieuw introduceren.

Als we met aandacht kijken naar de gevel van het Palazzo Pubblico dan zien we onder het wapenschild van de Medici een grote marmeren plaat. Daarop staat het volgende :

  • In de “stile comune” start het jaar op 1 januari;
  • In de “stile A Nativitate” (aangenomen in Pistoia, Massa, Arezzo, Cortona) start het jaar op 25 december
  • In de “stile senese” en “stile pisano” (“Ab Incarnatione”) start het jaar op 25 maart, het feest van de Annunciatie.

Vanuit een “filosofisch-religieus” standpunt waren zowel de “A Nativitate”-stijl als de “Ab Incarnatione”-stijl gebaseerd op het geboorteproces. Het eerste is gekoppeld aan de echte Geboorte van Christus, terwijl het tweede in verband staat met de ‘conceptie’ van Jezus. Bovendien had het vieren van het nieuwe jaar op die moment ook betekenis omwille van het begin van de lente en dus de landbouw en vruchtbaarheid van de velden.

De toepassing van de “Ab Incarnatione”-methode in Siena gaat terug tot de oudheid. De maanden januari, februari en de eerste 24 dagen van maart maakten deel uit van het voorgaande jaar, terwijl het volgende jaar pas begon op 25 maart. Op basis hiervan werden alle burgerlijke gebeurtenissen gedateerd: openbare registers, huwelijken, sterfgevallen, etc.

Het naast elkaar bestaan ​​van verschillende stijlen moet ongetwijfeld hebben geleid tot praktische moeilijkheden waardoor historici data moesten ‘vertalen’ naar de huidige kalender. Met de eenwording van Toscane in het Vorstendom Medici werden lokale gebruiken in Siena en Pisa afgebouwd en stopgezet .Groothertog Francesco II besliste op 20 november 1749 dat de lokale gebruiken werden afgeschaft en hij beval om vanaf 1 januari 1750 om de “stile comune” te gebruiken, lees de Gregoriaanse kalender. Sindsdien wordt Nieuwjaar op 1 januari gevierd.