De geschiedenis van Sant’Ansano

Vandaag, dinsdag 1 december, is de dag van Sant’Ansano, patroonheilige van de stad Siena. Dit gaat, in niet corona tijden, gepaard met trommels en vlaggen van de contrade. Vandaag is er enkel een mis in aanwezig van de 17 priors.

We proberen een portret te schetsen van de geschiedenis van de patroonheilige van Siena.

Hij kwam van Rome naar de Romeinse kolonie die toen Saena Julia heette om de bevolking te evangeliseren. In Siena werd Ansano onmiddellijk tegengewerkt door de Romeinse autoriteiten. Hij werd gedwongen om de vuurproef in kokende olie te ondergaan in de straat genaamd “Fosso di Sant’Ansano”. Hier kwam hij op wonderbaarlijke wijze ongedeerd uit.

Hij werd vervolgens gearresteerd en opgesloten in de toren naast de kerk in Via San Quirico die tegenwoordig de kerk van de Carceri di Sant’Ansano wordt genoemd. Ondanks alles bleef Ansano de Sienesen dopen vanuit die toren. Op 1 december 304 werd Ansano overgebracht naar Dofana (nabij Castelnuovo Berardenga) waar hij werd onthoofd. Op de plaats van het martelaarschap werd een kapel gebouwd die nog steeds zichtbaar is.

In 1968 stelde de toenmalige rector van de magistraat van de Contrade Luigi Socini Guelfi (rector van de Nobil Contrada del Bruco) voor om het begin van het Contrada-jaar te laten samenvallen met de dag van het martelaarschap van Sant’Ansano, namelijk op 1 december.

Ook het idee om een Corteo van de Piazza del Campo naar de Duomo te laten gaan voorafgaande de mis die voorgegaan wordt door de aartsbisschop van Siena samen met de 17 correctoren van de Contrade. Sindsdien is dit een vaste afspraak in de agenda van de contradaioli en is dit een zeer belangrijke dag in het contrada-leven. Het is immers de start van het Contradaiolo-jaar.