De hegemonie van de familie Brandani

1834 staat in de annalen van de geschiedenis van de Palio als het jaar waarin Nicchio zijn cappotto won. Daarnaast is het het jaar waarin de dominantie van de familie Brandani een hoogtepunt bereikt. Door de aanwezigheid van meerdere familieleden op de Piazza konden ze elke Palio naar hun hand zetten. Dit zorgde voor argwaan bij sommige wijken die de geloofwaardigheid van de Palio in het gedrang zagen komen. Zo hadden de fantini de Palio overgenomen van de contrade en hadden maar één doel : zorgen dat de overwinning in de familie bleef.

De Brandani-hegemonie begon in de tweede helft van de 18e eeuw, dankzij de oprichters Matteo, bekend als Brandino (48 Palio’s, 3 overwinningen), Angiolo, bekend als Brandino II (7 Palio’s, geen successen) en Luigi, bekend als Cicciolesso (28 Palio’s, 4 overwinningen), maar bereikte zijn hoogtepunt in het derde decennium van de negentiende eeuw dankzij Giovanni, bekend als Pipistrello, een van de twee zonen van Luigi.

Na een rustige start van zijn carrière legde Pipistrello zijn suprematie op met een dubbele persoonlijke cappotto : in 1833 won voor Drago en Lupa en in 1834, zoals eerder vermeld, voor Nicchio. De koers van 2 juli 1834 was het meesterwerk van de Brandani : maar liefst 4 familieleden stonden aan de start, waarvan 3 met de zeer specifieke taak om de overwinning van hun familielid te begunstigen: Bernardo, bekend als Giacco die voor Chiocciola liep, moest zorgen voor het afstoppen van Tartuca, Giuseppe, bekend als Ghiozzo, bij Bruco en Carlo, bekend als Brutto, bij Leocorno moesten zorgen dat de anderen niet in de buurt van Nicchio zouden komen zodat Nicchio heel makkelijk zou kunnen winnen.

De steeds groter wordende hegemonie van de Brandani zorgde voor een geheime vergadering op 25 juli om de uitsluiting van enkele Brandani-leden te bespreken, in het bijzonder Brutto, Ghiozzo, Cicciolesso en de jonge Agostino die zijn debuut  nog moest maken. Zij werden aanzien als de breinen om de Palio te beïnvloeden.

Het voorstel werd door de autoriteiten aanvaard en de vier jockeys werden geschorst voor het leven als ze zich aandienden om de Palio van augustus te rijden. Cicciolesso trachtte op alle manieren om het verbod te omzeilen. Hij slaagde er zelfs in om een prova te rijden alvorens uitgesloten te worden door de Deputazione della Festa.

Maar zoals men in het Latijn zegt “Audentes fortuna iuvat” (het lot helpt de durvers). Pepistrello kwam als enige lid van de Brandani familie aan de start op 17 augustus 1834. Hij won de Palio voor Nicchio op de baio scuro di Batazzi. Het paard won scosso nadat hij in de San Martino ten val kwam. Gezien het op de meet zo close was tekende Onda beroep aan maar uiteindelijk werd de overwinning aan Nicchio gegeven.

Vanaf dat moment was de hegemonie van de Brandani-familie definitief voorbij na meer dan 40 jaar dominantie. Op 3 juli 1836 wist Pipistrello nog 1 maal te winnen voor Tartuca.