De reglementen betreffende de “dieci assassini”

In tegenstelling tot wat er met het paard gebeurt, krijgt een contrada wel de keuze om zelf een fantino te kiezen (art 59). De fantino moet meerderjarig zijn, mag niet geschorst zijn en mag ook geen beeorp aangetekend hebben bij instanties buiten de stad Siena. Het principe van de autonome keuze van de fantino door de contrade werd in de negentiende eeuw in twijfel getrokken. Dit vooral om zichzelf te beschermen tegen fantini die akkoorden maakten onder elkaar die nadelig zouden zijn voor de contrade. In 1817 ondertekenden 13 kapiteins een brief waarin ze vroegen, zonder een positief antwoord te krijgen van de stad, om ook de fantini te verloten en dit net voor de koers. De huidige regeling voorziet dat een contrada van fantino mag wisselen tot de Segnatura delle fantini. Dit vindt plaats de ochtend van de palio onmiddellijk na de provaccia. De kapiteins moeten de burgemeester schriftelijk de naam van de gekozen fantino meedelen met de bijnaam ter goedkeuring (de verplichting va de bijnaam gaat terug tot de beginjaren van de Palio maar werd pas gecodificeerd vanaf 1815 toen de gemeente de bijnamen ook begonnen op te schijven). In 1972 werd het verbod opgelegd om de oorspronkelijke bijnaam te wijzigen.

Vervolgens moeten dezelfde fantini, vergezeld van hun respectievelijke kapiteins, zich aandienen op het stadhuis voor burgemeester en afgevaardigden. Ze moeten ook het truitje dat ze zullen dragen presenteren. Vanaf dat moment, zoals vermeld in artikel 58. 5, zal het niet langer mogelijk zijn om de fantino te vervangen en in geval van onbeschikbaarheid van welke aard dan ook. Aangezien het paard zich niet zonder ruiter kan presenteren aan de start zal de contrada in dat geval uitgesloten worden. Deze laatste paragraaf werd in 1953 toegevoegd na de gebeurtenissen tijdens de Palio van augustus 1952. Tijdens de start blesseerden zich enkele fantini waardoor er op die moment nog wissels plaatsvonden, ook werden er fantini die niet officieel ingeschreven uit de tribune geplukt om de Palio te rijden.

Artikel. 61 behandelt de kleding van de fantini, die in de prove “wapenschild, broek en pet in de kleuren van de Contrada” moeten dragen; dit laatste is sinds 2011 omwille van de veiligheid veranderd in een helm in de kleuren van de wijk. Voor de koers zelf zullen de ruiters in plaats daarvan een geschilderde helm dragen, die tot enkele jaren geleden van metaal was. De laatste paragraaf van artikel 63, geïntroduceerd in 1981, na Aceto’s beroemde “striptease” tijdens de zeer start in augustus 1979, verbiedt ruiters om zich om te kleden op de Piazza. Tijdens de prove is het gebruik van zwepen of andere instrumenten om paarden aan te zetten niet toegestaan, “alleen het gebruik van sporen is toegestaan”. Voor de Palio zelf worden zwepen overgedragen door twee politieagenten aan beide zijden van de deuren van het stadhuis. Deze zwepen zijn gemaakt van gedroogde rundspenis en worden aan iedereen gegeven door de stad. Ze zijn uniform en mogen gebruikt worden om het eigen paard aan te sporen, maar ook als “wapen’ tegen andere fantini en hun paarden tijdens de koers (art. 84.2). Het gebruik van de zweep werd geïntroduceerd in 1702, om de angstaanjagende sovatto te vervangen, een instrument bestaande uit lederen riemen vastgebonden aan handvat gemaakt van een reeënpoot. Het gebruik ervan werd definitief afgeschaft tussen 1715 en 1719 (over de exacte datum is er onzekerheid onder historici). “De fantini kunnen echter geen gebruik maken van bovengenoemde zweep op hun tegenstanders en hun paarden totdat ze na de start de bandierino (paal) voorbij zijn” (art. 84.3).

Het reglement voorziet ook een reeks verplichtingen en verboden voor de “tien moordenaars”. Deze hebben betrekking op de Palio zelf maar ook de voorbereidende fasen. Artikel 64 bepaalt dat “het de plicht van de fantini is om onmiddellijk de touwen binnen te gaan in de volgorde van roeping, en om de plaats in te nemen die hem toegewezen is. Daarnaast wordt verwacht dat ze op de juiste afstand van elkaar te blijven. Het is verboden van plaats te veranderen of het paard zodanig te plaatsen dat het vertrek van de anderen contrade wordt voorkomen of belemmerd”. De overtreding van deze regel kan een diskwalificatie van de fantino tot gevolg hebben. Om deze regel aan te vullen, bepaalt de interpretatieve reglement van de gemeente, opgesteld in juli 1991 in overeenstemming met de kapiteins, dat “de Mossiere moet zorgen dat er geen contrada van plaats zal veranderen tussen de touwen, ook al kan deze absoluut niet garanderen dat er geen veranderingen tussen de touwen zullen plaatsvinden. De mossa kan daarom enkel geldig zijn in het geval van verplaatsingen tussen de touwen die niet door de Mossiere worden gedetecteerd. De fantino die de regels hebben overtreden zullen worden gestraft”.

Ook interessant is de tweede paragraaf van art. 64 die fantini verbiedt “om aan het touw te blijven, of van het paard af te gaan op het moment van de start en zo zich te onthouden van de koers of om het paard zonder ruiter te laten rijden. De straf die hierop staat varieert van een tijdelijke schorsing tot levenslange uitsluiting.” Deze bepaling werd toegevoegd na de Palio in juli 1848. Bij die gelegenheid, en voor de enige keer in de geschiedenis, ging een fantino, Sagrino die voor Montone reed, vrijwillig van zijn paard om deze scosso te laten lopen. Het paard wist uiteindelijk de koers te winnen.

Van zodra de fantini uit de Entrone komen, zijn ze afhankelijk van de mossiere en de gemeentelijke autoriteiten. Ze zullen dus geen contact meer hebben of overeenkomsten kunnen sluiten met kapiteins aan wie het verboden is om op de piste te komen. Deze regel werd geschonden door 9 van de 10 deelnemers (behalve Oca) aan de Palio van augustus 1999. Alle 9 werden ze gesanctioneerd met een censura. De kapiteins waren immers de piste opgekomen tijdens de start om met hun fantino te spreken zonder toestemming van de autoriteiten.

Artikel 67 van de eerste alinea voorziet in het verbod van de Fantini om, “zowel vanuit de start als tijdens de koers elkaar vast te houden, de schouder of arm uit te steken naar de tegenstander om hem te belemmeren, te slaan of ieder ander geval van persoonlijk molest”. Zoals we al hebben vermeld, zijn deze regels ook van toepassing in de voorbereidende fasen van een carrière. De ruiter Bastiano Sini kan er van mee spreken. Hij kreeg een schorsing voor een Palio omdat hij tijdens de batterie een collega vast genomen had bij zijn trui. In juli 2011 werd een soortgelijk feit, uitgevoerd door Federico Ghiani, bestraft met een waarschuwing. In artikel 68 lezen we dat “Als een contrade gedubbeld wordt vanwege een tekort van zijn paard dat hij buiten de koers wordt gezet en dus geen schade of andere vorm van intimidatie mag veroorzaken aan anderen”.

Zowel voor de prove als voor de Palio stelt artikel 66 dat “het de plicht is van alle fantini om hun paarden de traditioneel voorgeschreven drie ronden te laten uitvoeren, maar wanneer, vanwege de lagere snelheid van hun paard sommigen van hen op geruime afstand lopen, het kanonschot luidt die de aankomst signaleert van de winnaar moeten ze zo snel mogelijk stoppen om te voorkomen dat hijzelf, anderen of het publiek gevaar loopt.” Dit werd geschonden door Alberto Ricceri die, na zijn overwinning in augustus 2006 een vierde ronde in een snel tempo reed. Om deze reden werd hij geschorst voor 1 palio. In artikel 69 wordt gesproken over de hulpverleners op de Piazza. Deze zijn aanwezig om gevallen fantini te helpen maar ze mogen hen niet opnieuw te paard zetten.. Een gevallen fantino verliest zijn kans niet om de koers te winnen, zolang het duidelijk is dat de val niet is gesimuleerd om een ​​tegenstander te beschadigen, te slaan of te stoppen”. Een andere verplichting van de fantino is om te paraderen in de Corteo Storico. De contrada mag hem niet vervangen (art. 76.1).

Last, but not least is artikel 43.2. Dit verplicht fantini “die geen openstaande straffen hebben uit vorige Palio’s om zichzelf beschikbaar te stellen aan de gemeente voor de batterie van de tratta. Iedereen die niet aan deze verplichting voldoet, wordt automatisch uitgesloten van deelname aan de lopende Palio”.

Tot slot een wist-je-datje : sinds 1712 werd een maximumlimiet vastgesteld voor de vergoedingen van de fantini. Dit was 10 ducaten en 10 extra voor de winnaar. Dit bedrag varieerde door de jaren heen. Overtreders hiervan werden zwaar gestraft, variërend van de boete tot een gevangenisstraf. Heel andere tijden dan vandaag dus …