www.palio.be - dal Belgio con amore
3 juli 1991 – Uberto en Cianchino brengen de drappellone na 19 jaar terug naar Castelvecchio.
Vandaag, precies 28 jaar en 6 maand na de feiten, het verhaal van de Palio van 3 juli 1991; enerzijds de Palio van de vele innovaties (nieuwe burgemeester, nieuwe mossiere en nieuwe regels die previsite (onderzoek van de paarden) verplicht maakten); anderzijds en niet omwille één van de meest onzekere en bewogen koersen van de afgelopen decennia. Hij werd gewonnen door Tartuca na 19 jaar wachten.
De eerste verrassingen zien we op de ochtend van 29 juni. Naast de aangekondigde afwezigheid van Galleggiante en Pitheos, winnaar van 1990, zien we ook geen Benito. Figaro wordt uitgesloten omwille van superioriteit. De 10 kapiteins kiezen een een genivelleerd lot met maar liefst 7 debutanten. Sommige onder hen zijn volledig onbekend bij het publiek. Verder zien we 3 paarden die al één of meerder Palio’s in de benen hebben; Uberto, Chartreuse en Bambina. Tartuca, die Uberto naar hun stal zagen komen en Pantera met Chartreuse zijn favoriet. Leocorno staat niet echt te springen voor de bescheiden Bambina. Met veel twijfels en vragen verlieten Lupa met Careca, Onda met Victoria Principal, Chiocciola met Nearco, Civetta met Nicoleo, Montone met Etrusco, Selva met Siecolo en Nicchio met Yanez de Piazza.
De prove, met uitzondering van de eerste die werd gereden aan het einde van een gewelddadige regenbui die de piste eigenlijk onberijdbaar had gemaakt, waren beslist interessant. Fantini probeerden hun paarden uit om het potentieel te testen. Daarnaast werd er regelmatig van fantino gewisseld, tot de moment van de segnatura. In de namiddag van 29 juni waren de monte al geregeld voor Civetta, Nicchio en Lupa, die “hun” Trecciolino, Massimino en Bufera hadden kozen. Ook de favorieten Taruca en Pantera hadden hun paard toevertrouwd aan Cianchino en Pesse met veel hoop op succes; Chiocciola koos voor Bastiano, Leocorno voor Tredici, terwijl Selva en Onda, die aanvankelijk de jonge Gigliotti en Maccari hadden geprobeerd, de volgende ochtend kozen voor Bonito en Bucefalo. De laatste contrada die zijn fantino koos was Montone, waar Aceto arriveerde, nog steeds op zoek naar zijn veertiende succes. De contrada dei Servi werd dus een gevaarlijke outsider achter de twee favorieten. Maar hiermee was alles verre van beslist. Bij de derde prova kwam Massimino ten val, zonder grote problemen voor de fantino. De blessure bij de Prova Generale van Aceto was veel ernstiger. De grote Sardijnse fantino was de eerste die de grote problemen die er in het verleden waren met Etrusco oploste. Het paard draaide steeds moeilijk in de Casato maar dit leek voorbij tot het paaltje ook de knie van Aceto fataal werd. Montone werd gedwongen om hem te vervangen en koos voor Bazzino, die 17 jaar eerder succesvol was in de roze trui van Montone.
Maar de verrassingen gingen ook door op de dag van de Palio zelf. Chiocciola reed de provaccia tot grote verbazing met Stoppa maar verraste uiteindelijk met Falchino die de Palio zou rijden zonder één prova gereden te hebben op Nearco. De ingrediënten voor een bruisende Palio waren er allemaal en wat er de volgende uren gebeurde, overtrof de verwachtingen …
Op de avond van 2 juli, toen de debuterende mosiere Amosi Cisi de envelop opende, moet hij zich zeker niet verheugt hebben op wat door lot was vastgelegd: de startvolgorde (Montone, Lupa, Chiocciola, Tartuca, Civetta, Pantera, Onda, Selva, Leocorno en Nicchio als rincorsa), was verre van geruststellend en kondigde een moeizame startprocedure aan. Na een paar minuten waren de intenties van de verschillende rivalen al duidelijk, met Chiocciola vastbesloten om Tartuca op welke manier dan ook te belemmeren (in sommige gevallen gingen ze zelfs de rincorsa verhinderen om binnen te komen), en Nicchio immobiel aan de verrocchino wachtend tot Montone niet op zijn plaats zou staan. De pogingen van Falchino hadden enig effect, Etrusco daarentegen stond als een standbeeld op de eerste plaats. De tijd verstreek en Cisi werd geconfronteerd met een steeds moeilijker wordende situatie zonder uitweg. Hij was ook niet in staat om de tweede busta te openen en een andere startvolgorde te gebruiken zolang er niet minstens één valse start is geweest. De duisternis viel en na meer dan anderhalf uur wachten werd de groene vlag uitgehangen aan het Palazzo Publicco. Het uitstellen van de Palio naar de volgende dag was de enige mogelijke oplossing.
De nacht tussen 2 en 3 was erg vurig; verhitte discussies tussen contradaioli en op het stadhuis een vergadering tussen de kapiteins en de burgemeester die bij hoogdringendheid bijeen geroepen was. Er werd besloten om de startvolgorde te behouden bij gebrek aan een duidelijk reglement hierover. Op 3 juli om 18u00 werd op een halfvolle Piazza en met een tribune waar de corteo storico zonder middeleeuwse kledij zat de Palio gelopen. Er was ook geen Corteo Storico, enkel de sbandierata finale.
Tijd voor een valse start moet men gedacht hebben, misschien alleen al maar om te zien of men van enveloppe zou wisselen. Maar Nicchio kwam eindelijk binnen. Lupa, dankzij de uitstekende startkwaliteiten van Il Bufera, nam de leiding, gevolgd door Civetta, Pantera en Montone, terwijl Falchino Cianchino duidelijk belemmerde door hem bij de trui te nemen waardoor Tartuca pas als achtste kon starten. In de eerste San Martino was de val van Chartreuse fataal voor Montone met Etrusco die struikelde over de verloren teugels. In de Casato werd de Palio een koers tussen drie contrade : Lupa, Civetta, die een geweldige koers reden op de bescheiden Nicoleo, en Tartuca, die zich uit de greep van Chiocciola had geworsteld. Chiocciola zou samen met Nicchio, Onda en Selva ten val komen in de tweede San Martino. Net voor de tweede Casato maakte de uitgeputte Nicoleo plaats voor de krachtigere Uberto die zich nu enkel nog op Lupa moest richten die nog steeds op kop liep. Het voordeel nam meter per meter af. Na de laatste San Martino probeerde Cianchino een laatste aanval. Hij nam een onmogelijk traject, langs de binnenkant, dicht bij de ballustrade. Iets was enkel te riskeren was met een beheersbaar en bestuurbaar paard. Het kwam erop aan om vervolgens niet te crashen in de Casato. Il Bufera probeerde om Careca in de hand te houden en de bocht korter aan te snijden, maar Tartuca was al weg richting bandiera om na 19 jaar opnieuw aan te knopen met een overwinning. De start van een gouden cyclus met maar liefst 7 overwinningen in 18 jaar. (1991-1994-2002-2004-2009-2010-2018)