www.palio.be - dal Belgio con amore
Chiocciola
Overzicht
Kleuren | Rood en geel met een blauwe band |
Symbool | Slak |
Terzo | Terzo di Città |
Zetel | Via San Marco 31 |
Museum | Cripta della Chiesa di San Pietro e Paolo |
Clubhuis | Società “San Marco”, via San Marco 77 |
Contradaioli | Chiocciolini |
Oratorio | Chiesa dei Santi Pietro e Paolo |
Patroonheilige | Santi apostoli Pietro e Paolo (29 juni) |
Vijand(en) | Tartuca (da prima del 1652) |
Geallieerde wijk(en) | Bruco (dal 1905 al 2002) Istrice (dal 1947) Pantera (dal 1813) Selva (dal 1790) Tartuca (dal 1689 al 1814, dal 1820 al 1840, dal 1866 al 1910) Torre (dal 1989 al 1972) |
Overwinningen | 51 officieel erkende |
Website | http://www.contradadellachiocciola.it |
Info
Territorium
De Bando di Violante di Baviera uit 1730 bepaalde de verdeling van de stad Siena in 17 Contrade. Men verwees naar gebouwen en hun toenmalige eigenaren in plaats van de straten (zoals men dat nu wel doet). Het document wordt vandaag de dag nog steeds aanzien als de basis waarop de werkelijke grenzen van de wijken werden bepaald.
Vandaag de dag maken volgende straten deel uit van het territorium van de wijk :
- via di San Marco
- via delle Sperandie
- via della Diana
- Pian dei Mantellini (deel)
- via di San Quirico (deel)
- via Tommaso Pendola (deel)
Ook het voormalige grondgebied van de uitgedoofde Contrada della Quercia is opgenomen in het gebied van Chiocciola. Het wapenschild van Quercia is zichtbaar in sommige vlaggen van Chiocciola.
Quercia was trouwens de enige wijk van Siena die territorium had buiten de poorten (Porta San Marco in dit geval) en muren van de stad. Meer bepaald het klooster Sant’Eugenio Abate zat mee vervat in het grondgebied van Quercia.
Geschiedenis
In 1466 schonken de bewoners van ‘borgo di San Marco’ (dorp van San Marco) enkele panden in de stad aan het klooster van San Marta (grondgebied van Chiocciola). In ruil moesten de nonnen instaan voor de restaurantie van het ziekenhuis van San Pietro. Vier bedden moesten steeds ter beschikking gesteld worden van de armen en wekelijks moest er een mis opgedragen worden aan San Pietro en Santa Marta. De Contrada was toen al in bezit van enkele huizen en had nauwe banden met de kerk.
In 1482 bouwden zowel Chiocciola als Giraffa voor de Corteo Storico van het ‘Gioco delle Pugna’ een kar met daarop de beeltenis van hun respectievelijke wijk. Dit was de eerste keer in de geschiedenis dat twee wijken zichzelf associeerden met een dier en er hun wijk ook naar noemden.
Sinds eind negentiende, tot eind twintigste eeuw waren er geen afspraken rond symbolen van de wijken. Iedereen kon dus zijn eigen vlag ontwerpen. Tot en met het einde van de Tweede Wereldoorlog waren vlaggen van de wijk uiterst zeldzaam, mede omwille van de hoge kosten. Ter gelegenheid van de overwinning van 1957 werd klaarheid geschept. De wijk stelde voor dat protettori (beschermers, of leden) geld zouden betalen en zo in ruil een vlag zouden kunnen ‘ontlenen’ die gebruikt mocht worden op bepaalde tijdstippen (bv geboorte, sterfte, een overwinning,…). Het ontwerp van Dino Rofi uit 1954 werd gekozen en is tot op vandaag nog steeds de gebruikte afbeelding. (rode en gele schubben met een blauwe rand).
Belangrijke locaties en het Festa Titolare
Het Oratorium van Chiocciola, Chiesa di San Pietro e Paolo werd ontworpen door Flaminio del Turco. Sinds 1814 is het in gebruik van de wijk.
Voor het Oratorium vinden we de doopfontein van de wijk. De beeltenis (kind op rug van een slak) werd gebeeldhouwd door Fulvio Corsini en geïnstalleerd in 1947. Op de sokkel staat te lezen : “Quando alla Chiocciola vittoria arriderà / questa fontana buon vino getterà” (als Chiocciola wint, zal er wijn spuiten uit deze fontein).
Het Festa Titolare vindt plaats op 29 juni (dag van de tratta van de Palio van 2 juli) en is ter ere van Santi apostoli Pietro e Paolo.
Chiocciola en de Palio
Chiocciola telt 51 officieel erkende overwinningen. De laatste dateert van 16 augustus 1999, met Massimino op Votta Votta.
In de geschiedenis van de Palio won Chiocciola 1x een Cappotto, namelijk in 1850.
Chiocciola is een veelwinnaar. Na Oca is het de wijk met de meeste overwinningen. Ze winnen tussen de 14 en de 19 koersen per eeuw. Een constant en hoog gemiddelde.
Anekdotes
De naam “affogasanti” (heiligenverdrinkers) dateert uit de late 19e eeuw en brengt herinnering aan een bijzondere jammere periode voor de kleuren van San Marco.
Na de overwinning van de Palio van juli 1888 begon een vrij lange periode van niet meer winnen. Iets wat ze bij Chiocciola niet gewend waren in die periode (met 12 overwinningen op 38 jaar!). Tijdens de Palio van 2 juli 1896 leek Chiocciola te winnen. Gedurende de hele koers liep Chiocciola op kop, om pas na de laatste Casato gepasseerd te worden door Torre met debutant Scansino. Vele contradaioli schreven het verlies toe aan een fout van de kapitein die met Cecco een foute fantino gekozen had. Eén chiocciolino daarentegen zocht een andere zondebok en ging furieus de stal in. Daar sloeg hij de beeltenis van San Antonio (patroonheilige van de dieren) los en gooide deze in zijn aanval van woede in een put. Een enorme fout want San Antonio van Padua was eveneens beschermer van Tartuca, ook in die periode vijand van Chiocciola.
Ook de volgende jaren bleef Chiocciola sensationeel verliezen. In 1897 werd een spannende race beslecht tussen Chiocciola, Istrice, Leocorno en Giraffa. Istrice, aan kop met het sterkste paard, viel en hield ook Leocorno tegen in zijn val. Chiocciola nam de kop en leek op een overwinning af te steven. Op een meter voor de streep was het weer Scansino, deze keer voor Giraffa, die aan het langste eind trok.
In augustus dezelfde protagonisten: Chiocciola, terug met fantino Mugnaino en Giraffa die deze keer voor Massimino kozen. Giraffa won weer (een cappotto) en Chiocciola was weer tweede (derde koers op rij!). Voor Mugnaino betekende dit het einde van zijn carriere.
Het ongeluk zette zich voort in de nieuwe eeuw. Stilletjes aan begonnen enkele contradaioli te denken aan de vloek van Heilige Antonius, verdronken in de put. Bij de Palio van juli 1901 leek de overwinning eindelijk binnen. Na twee ronden had Chiocciola een meer dan veilige voorsprong. Plots stopte Emilio Lazzeri detto Fiammifero. Hij sprong van zijn paard, en liet de overwinning aan Nicchio. Ironisch genoeg was het daardoor weer Scansino die won. Hij werd het ‘zwarte beest’ van Chiocciola. In 1902 en 1910 won Scansino 2x voor Tartuca! De vloek van San Antonio leek niet te eindigen. In oktober 1910 waren de vrouwen van de wijk het beu. Ze legden de put droog en haalden het beeld terug naar boven. Het beeld, dat duidelijk had afgezien van al die jaren onder water, werd hersteld en kreeg een mooie plaats in de kerk van de wijk. De eerste gelegenheid om de vergeving van San Antonio te testen kwam er op 2 juli 1911. Chiocciola vertrok op kop en leidde de hele koers. Plots liet een Tartucino een hond los in de hoop het paard van Chiocciola te destabiliseren en zo van de overwinning te houden. Het plan mislukte, en Chiocciola won!
Sindsdien is “affogasanti” is bijnaam van de chiocciolini en sinds 29 juni 1972 is ook de titel van het officiële tijdschrift van de Contrada.
De rivaliteit met Tartuca
De rivaliteit tussen Chiocciola en Tartuca is één van de oudste en meest diepgewortelde van Siena. Momenten van vijandschap wisselden momenten van vriendschap én zelf alliantie af. Sinds 1910, en een overwinning van Tartuca, zitten we weer in een periode van vijandschap.
Overwinningen
1
03/07/1661
Pavolino
Leprino di Buonconvento
2
02/07/1668
Bacchino
?
3
02/07/1690
Pier Maria
?
4
02/07/1695
Pulcino
Baietto
5
16/08/1701
Giuseppone
morello
6
02/07/1708
Ignudo
stornello di Siena
7
02/07/1710
Ignudo
leardo castrone
8
03/06/1712
Strega
Baio di Siena
9
02/07/1713
Ruglia
castrone
10
17/08/1718
Morino
?
11
16/08/1719
Morino
Freghino
12
02/07/1722
Cappellaro
Moschino
13
17/08/1733
Pettinaio
leardo moscato di Corniolini
14
16/08/1743
Cerrino
morello del Baldassarrini
15
02/07/1752
Il Lasca
sauro dorato del Chiti
16
17/08/1753
Alisè
?
17
02/07/1767
Bastiancino
baio scuro del Mancini
18
16/08/1768
Nacche
falbo del Felloni
19
16/08/1770
Castagnino
morello del Fontanelli
20
02/07/1771
Bastiancino
sauro dorato del Vegni
21
17/08/1772
Bastiancino
stornello corvo
22
02/07/1788
Biggeri
baio sfacciato di fronte
23
16/08/1798
Ciocio
morello del Ceccarelli
24
02/07/1822
Brandino
morello maltinto del Meini
25
02/07/1823
Gobbo Saragiolo
baio scuro del Pagliai
26
02/07/1850
Folaghino
baio del Bernardini
27
16/08/1850
Folaghino
morello del Cianchelli
28
16/08/1853
Paolaccino
baio scuro del Bandini
29
02/07/1855
Paolaccino
baio brusciato del Franci
30
02/07/1857
Paolaccino
baio balzano stellino
31
16/08/1858
Paolaccino
baio balzano stellino
32
03/07/1864
Bachicche
morello del Grandi
33
04/07/1869
Marzialetto
baio dell’Amaddi
34
17/08/1873
Girocche
storno del Pisani
35
03/07/1882
Bachicche
Prete
36
02/07/1885
Bachicche
morello balzano del Venturini
37
02/07/1888
Tabarre
Gemma
Chiocciola schrijft zichzelf drie extra overwinningen toe. Deze worden echter niet erkend door de Stad :
- 2 luglio 1654: er zijn geen getuignissen of rapporten te vinden die getuigen van het bestaan van deze Palio
- 21 settembre 1679: bufalata in Villa Cetinale gewonnen door fantino Flavio Chigi.
- 28 settembre 1856: Palio gereden in Firenze.
Beelden
Fantini en cavalli sinds 1900
1 | Niet gereden omwille van blessure fantino tijdens de start |
2 | Niet gereden omwille van blessure paard tijdens de start |
3 | Niet gereden omwille van blessure paard tijdens de prove |
* | Uitgeloot |
V | Overwinning |
Drappelloni en Numeri Unici
De Drappellone en Numeri Unici van Chiocciola kan je vinden op aparte pagina’s :
Debuterende fantini
- Sinds 2 juli 1775 debuteerden 488 fantini op de Piazza.
- In 1928 debuteerden maar liefst 9 fantini (in 3 koersen).
- 21 fantini wonnen op hun debuut. Een overzicht vind je hier.
- Chiocciola liet 28 fantini debuteren sinds 1775
- Gobbo Saragiolo won op zijn debuut
- De langste periode zonder debutant is 27 jaar : 2/7/1923-16/8/1958
Nr | Fantino | Palio |
---|---|---|
1 | Piaccina | 16/8/1787 |
2 | Figlio di Niccodemo | 3/7/1794 |
3 | Botto | 16/8/1796 |
4 | Baggiani Mugnaio | 2/7/1802 |
5 | Tonfo | 14/5/1809 |
6 | Gobbo Saragiolo | 2/7/1823 |
7 | Barege | 2/7/1832 |
8 | Saltatore | 3/7/1842 |
9 | Bigonzo | 16/8/1843 |
10 | Broccolo | 2/7/1846 |
11 | Piccolo Campanino | 15/8/1848 |
12 | Stambini Luigi | 17/8/1851 |
13 | Gano Di Catera | 3/7/1853 |
14 | Stoccolungo | 16/8/1861 |
15 | Il Matto | 2/7/1867 |
16 | Gonga | 2/7/1874 |
17 | Filusella | 2/7/1878 |
18 | Chiccone | 2/7/1900 |
19 | Porcino | 2/7/1923 |
20 | Musingo | 16/8/1958 |
21 | Canapino II | 2/7/1960 |
22 | Capretto | 2/7/1969 |
23 | Tremoto | 3/7/1978 |
24 | Faenza | 17/8/1980 |
25 | Pistillo | 16/8/1993 |
26 | Andrea | 2/7/1996 |
27 | Lo Zedde | 16/8/2005 |
28 | Nappa II | 16/8/2011 |
Nooit voorgevallen
Hieronder vindt u gebeurtenissen die nog nooit hebben plaatsgevonden en die zorgen voor een soort bijgeloof bij de contradaioli. MAI ofte nooit is natuurlijk een relatief begrip. Hoe verder we teruggaan in de tijd hoe minder gegevens er bewaard zijn en hoe onzekerder we worden.
Chiocciola heeft nooit :
- een palio gewonnen in de 21ste eeuw
- gewonnen wanneer ze samenreden met Drago en Lupa, Lupa en Onda, Lupa en Selva
- gewonnen wanneer ze als 2e of 8e uitgeloot werden (estrazione)
- gewonnen vertrekkende vanuit 4e of 9e positie aan de start
- gewonnen wanneer ze aan de start naast Aquila of Istrice of Oca of Onda stonden
- een palio gewonnen wanneer ze uitgeloot werden samen met Aquila of Civetta of Drago of Istrice of Leocorno of Lupa of Nicchio of Onda of Selva of Tartuca of Torre of Valdimontone
- een palio gewonnen in juli nadat ze uitgeloot werden
- uitgeloot geweest samen met Nicchio in juli
- een palio alla romana gewonnen
- een palio gewonnen met cavalli scossi
- een palio gewonnen wanneer Tartuca de rincorsa was
Laatste aanpassing : 19 augustus 2024