De Palio ?

De Palio van Siena is een paardenrace tussen de contrade (wijken) van Siena in de vorm van een middeleeuws spel. De koers vindt 2x per jaar plaats : op 2 juli is er de Palio ter ere van de Madonna van Provenzano; op 16 augustus ter ere van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart (Madonna Assunta).

Ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen (stad of nationaal gerelateerd (bv. 100ste verjaardag van de eenwording van Italië)) kan de Sienese gemeenteraad beslissen om een extra Palio te organiseren (een Palio Straordinario genoemd). Deze wordt tussen mei en september gereden. De laatste werd in oktober 2018 gehouden om 100 jaar einde van de Groote Oorlog te vieren.

De Palio van Siena is een paardenrace tussen de contrade (wijken) van Siena in de vorm van een middeleeuws spel. De koers vindt 2x per jaar plaats : op 2 juli is er de Palio ter ere van de Madonna van Provenzano; op 16 augustus ter ere van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart (Madonna Assunta).

Ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen (stad of nationaal gerelateerd (bv. 100ste verjaardag van de eenwording van Italië)) kan de Sienese gemeenteraad beslissen om een extra Palio te organiseren (een Palio Straordinario genoemd). Deze wordt tussen mei en september gereden. De laatste werd in oktober 2018 gehouden om 100 jaar einde van de Groote Oorlog te vieren.


Contrade

Siena telt 17 wijken of contrade :

Aquila | Bruco | Chiocciola | Civetta | Drago | Giraffa | Istrice | Leocorno | Lupa | Nicchio | Oca | Onda | Pantera | Selva | Tartuca | Torre | Valdimontone


De geschiedenis van de Palio

De oorsprong

Sinds 1200 zijn er bewijzen van een paardenkoers in Siena. Oudere documenten uit de twaalfde eeuw spreken van een “Palio di San Bonifacio”, de patroonheilige van de oude kathedraal, die vóór de huidige in Castelvecchio opgetrokken was. Op het plein voor de huidige Duomo is er zelfs een kenteken van de stad dat duidt op de aankomstlijn van een paardenkoers. Toen Siena één van de rijkste en meest geëvolueerde steden van Europa werd in de Middeleeuwen werd de Palio een jaarlijks wederkerend event ter ere van de Madonna van Siena. Het hoogtepunt was het offeren van kaarsen door de Sienezen, een daad om hun devotie tot Onze Lieve Vrouw Hemelvaart (Assunta) kracht bij te zetten.

Voor de organisatie van de Palio, benoemt de gemeente al sinds de 14e eeuw jaarlijks enkele “Deputati della Festa” (Afgevaardigden van het feest) Zij hebben vaste taken en bevoegdheden. De Palio werd gereden tussen de edelen en hun paarden. Men reed toen veelal de ‘Palio alla Lunga’. Een paardenkoers door de straten van Siena die vertrok aan de poorten van de stad en eindigde op het plein voor de Duomo. De prijs was een pallium, een lang stuk kostbare doek. Soms werden er eekhoornhuiden op gestikt in verticale banden.

Het oudste document over de Palio dateert uit 1238 en gaat over een boete van 40 geldstukken, opgelegd aan Bruno Ciguarde wegens het belachelijk maken van de tegenstander door het gebruik van een varkenskop.

Deze eerste Palio’s werden zoals gezegd gehouden tussen edelen. De Contrade namen deel aan rauwe vechtpartijen met als inzet stukken grondgebied in de stad. Siena werd immers gebouwd op 3 heuvels en de wijken ontstonden op deze drie heuvels verspreid. In die tijd waren er veel meer wijken dan nu. Na de pest (overwonnen in 1347) werd hun aantal teruggebracht tot 42. De namen van de wijken werden afgeleid uit straten, huizen, kerken of zeer rijke families die zich op hun grondgebied bevonden. Elke wijk had een eigen militaire eenheid, administratie, kerk en zorgde voor ontspanning van de inwoners.

De Renaissance

Tijdens de Renaissance waren de dagen van de Palio dé moment voor grote aristocraten, prelaten en Europese vorsten om naar Siena af te zakken. Aangezien de heren zelf gestopt waren om oorlog te voeren en het gewoon waren om huurlingen aan te sturen om in hun plaats te vechten, gebeurde dit bij de Palio op dezelfde manier, maar dan met fantini (ruiters). De Palio werd een spektakel waarbij de heren hun capaciteiten om iemand te sturen konden laten zien. De val van de Republiek Siena in 1559 betekende echter het einde van de strijd tussen families.

Vincenzo Rustici-Caccia ai tori nel Campo di Siena (1585 ca)
Vincenzo Rustici-Caccia ai Tori (1585)

Er startten andere vormen van strijd : Palio’s tussen wijken, vuistgevechten, stierengevechten, een soort Middeleeuwse voetbal (pallonate) en buffelkoersen. Voorafgaand deze spelen betraden figuranten van de wijken de Piazza, vergezeld van praalwagens met exotische dieren of verwijzingen naar mytische gebeurtenissen. Een soort van Corteo Storico laat ons zeggen.

In Firenze organiseert men nu nog steeds ‘pallonate’, beter bekend onder de naam Calcio Fiorentina. Er zijn jaren geweest dat het zo gewelddadig was dat het afgeschaft werd.

Zeventiende eeuw

In de eerste decennia van de zeventiende eeuw evolueerde de Palio tot een volksfeest. Het voorstel om de Palio op de Piazza te lopen wordt officieel bekrachtigd op 11 juli 1605. Een tekening van Bernardino Capitelli uit 1632 toont de Palio gelopen op de Piazza. Langs de buitenkant zien we ruiters op paarden zonder zadel. Op het binnenplein staan de contradaioli.

Bernardino Capitelli - Palio alla tonda del 1632
Bernardino Capitelli – Palio alla Tonda (1632)

De Palio “alla tonda” (Palio in een rondje gelopen) vond steeds vaker plaats op de Piazza. Tot halverwege de eeuw werden ook bufalate (koersen op buffels) gehouden. Vanaf 1656 werden op vaste tijdstippen Palio’s georganiseerd. Jaarlijks werd er rond 2 juli een Palio georganiseerd.

De fantini begonnen een belangrijke rol spelen, ze werden beschouwd als huurlingen. Naast een vast salaris kregen ze het recht om te gaan bedelen in de winnende wijk. Deze gewoonte werd aangehouden tot 1965 toen Andrea Degortes (Aceto) een einde maakte aan deze traditie omdat hij weigerde om een fooi te gaan vragen.

In de eerste Palio’s moesten de wijken zelf voor een paard zorgen. Om de kansen eerlijker te verdelen werden de paarden vanaf de Palio van 2 juli 1676 via loterij verdeeld. Vanaf 1657 al werd er gereden zonder zadel en moest de winnende jockey mét paard na de koers de contradaioli volgen naar de Provenzano waar het Te Deum gezongen werd.

Het was toen de gewoonte dat de Tratta plaatsvond aan de Porta Camollia, net buiten de stadsmuren. De paarden moesten lopen van Palazzo Diavoli naar de Chiesa di San Bernardino all’ Antiporto. Zowel het paard dat de rit won, als het paard dat laatste werd, werd gekozen. De Tratta won meer en meer aan belang. Ze bepaalde mee de volgorde waarin de stoet het plein mocht opkomen, alsook de startvolgorde.

Achttiende eeuw

De achttiende eeuw werd de eeuw van de invoering van een tweede Palio, naast die van juli. Het idee kwam van Oca, winnaar van de Palio van juli 1701. Ze wilden, ter ere van hun overwinning een Palio inrichten in augustus. Zij zouden zoals het reglement het voorschreef instaan voor de kosten én uitbetaling van de winnaar. Men koos voor 16 augustus, de dag na Hemelvaart. In 1774 besliste de gemeenteraad om de kosten én organisatie van een tweede Palio te dragen.

Men maakte ook een reglement op. Op 16 mei 1721 werd het ‘moderne’ reglement van de Palio gestemd. Zo werden de uren vastgelegd van tratta, oefenritten, … Ook werden er afspraken gemaakt rond het opstellen van tribunes, de manier waarop de Corteo uitgaat, het bedrag van premies voor de winnaar,… Een tweede belangrijke beslissing was deze van Violante Beatrice di Baviera, de gouverneur van Siena die in 1729 de grenzen van de wijken vastlegde en een einde maakte aan territoriale geschillen.

Sinds 1761 wordt de Tratta in de stad gehouden, namelijk aan de Porta di Biccherna. Fantini en paarden waren zelden van adellijke afkomst. Onder de ruiters heerste een bittere rivaliteit die vaak eindigde in bedreigingen en vechtpartijen. Een uitstekend voorbeeld hiervan is Isidoro Bianchini detto Dorino die 13 Palio’s won voor negen verschillende wijken. Hij had ruzie met zowat alle andere fantini uit die tijd. Bij de koers van 2 juli 1788 liep zo’n rivaliteit bijna fataal af. Dorino en Ciocio begonnen bij de start al op elkaar te meppen met de zweep. Ze vielen van hun paard. Maar de vechtpartij ging verder op de grond. De ordetroepen moesten tussenbeide komen om erger (moord) te voorkomen. Beide fantini belanden in de gevangenis waar ze een dag later al werden ontslagen.

Negentiende eeuw

Aan het begin van de negentiende eeuw werden belangrijke maatregelen genomen. Ten eerste werd beslist dat er voor de eigenlijke start (lees het vallen van de koord) NIET met de zweep mocht geslagen worden op iets anders dan het eigen paard. Daarnaast zal de geldprijs, die tot dan enkel aan de winnaar van de Palio alla lunga (15 augustus) gegeven werd, verdeeld worden. Zo krijgt de winnaar van de Palio alla lunga 70 geldstukken en die van de Palio op de Piazza 40. De zilveren schaal die boven het vaandel gemonteerd wordt moet teruggegeven worden aan de stad. Men ziet dit als het ‘bord’ waaruit de ruiter en het paard samen moeten eten tijdens het overwinningsfeest. De stok waaraan de palio hangt gaat volgens de traditie naar de kapitein van de wijk. De eigenaar van het winnende paard krijgt een vast bedrag uitgekeerd door de Stad.

In 1845 werden de kleuren van de wijken vastgelegd. Toen enkele jaren later Italië één werd, bleef Aquila kiezen voor de geel-zwarte kleuren en de dubbele adelaar, een traditie terugging naar het bezoek van Karel V. Gedurende de Risorgimento (eenmaking van Italië) werden veranderde Tartuca onder druk van kleuren. Het geel-zwarte, dat enorm leek op de kleuren van het Oostenrijks-Hongaarse rijk ingeruild voor zwart-wit, wat dan weer een eerbetoon was aan Paus IX. Twee jaar later werd het terug geel-zwart wat op boegeroep kon rekenen van de andere wijken. In 1859 maakten ze er een eind aan door te kiezen voor blauw-geel. Oca trof het beter, de in 1791 gekozen kleuren (groen-rood en wit) kwamen perfect overeen met de nieuwe Italiaanse vlag!

De fantini in de negentiende eeuw stonden vooral bekend voor hun schaamteloze verraad. Zo reed Francesco Santini (Gobbo Saragiolo) tijdens zijn carriere van 30 jaar voor maar liefst 15 wijken (hij won voor 7 verschillende). In 1855 reed hij met zijn paard (topfavoriet) opzettelijk rechtdoor in de San Martino. Toen men achteraf vroeg waarom dit gebeurd was antwoordde hij : “Waarom zou ik winnen voor 140 munten als ik kan verliezen voor 170.” Het gebeurde trouwens veel dat fantini te paard de Piazza afreden tijdens de koers (in San Martino of Casato) om zo te vluchten tot ver buiten de muren van de stad.

Twintigste eeuw

Bij het begin van de twintigste eeuw vernieuwden stad en contrade de kostuums van de Corteo Storico In 1904 koos men ervoor om de figuranten te kleden in een middeleeuwse stijl. In 1919 werd de “sbandierata della vittoria” geïntroduceerd. Elke wijk vaardigt 1 tamburino (trommelaar) en 1 alfiere (vaandelzwaaier) af. De 17 wijken zwaaien dan samen, op 1 rij nog 1 keer met de vlag alvorens de paarden uit het stadhuis komen. Dit gebeurt nu nog.

Angelo Meloni (Picino)
Angelo Meloni (Picino)

Een van de belangrijkste fantini van de nieuwe eeuw was Angelo Meloni (Picino). Hij werd één van de grootsten aller tijden : 52 keer nam hij deel voor 15 verschillende wijken. Hij won 13 keer. Zijn dominantie werd echter getemperd toen in 1907 (uit vrees voor samenwerkingsverbanden tussen fantini) verboden werd dat er twee fantini meereden die bloedverwanten waren (tot de derde graad). Deze regel bleef trouwens van kracht tot 1972. Op een bepaald moment stopte Picino met rijden om zijn zoon (Meloncino) de kans te geven om deel te nemen. Hij zou er twee winnen. Verder werd het begin van de eeuw ook gedomineerd door Scansino (7 overwinningen) en Bubbolo die er 4 won.

Tussen 1915 en 1918 werd er geen Palio gereden omwille van Wereldoorlog 1. Met de opkomst van het fascisme en de koloniale periode werd in 1936 een Palio dell’ Impero gereden (gewonnen door Giraffa). Tussen de twee wereldoorlogen in werd er weer van kostuums veranderd. Men koos voor een stijl typerend voor de late vijftiende eeuw.

In de jaren 30 van de 20e eeuw was was er sprake van de T.O.N.O., een solide alliantie tussen Tartuca, Oca, Nicchio en Onda.

De alliantie ontstond in 1927 met de overwinning van Nicchio in augutus. In 1928 werden de eerste grote successen gehaald. Oca won in juli, Nicchio in augustus en Onda won de straordinario van september. In 1930 was het weer prijs : in juli won Onda en Tartuca ging in augustus met de overwinning aan de haal. 1931 was weer voor Oca, 1932 voor Onda en Nicchio en als klap op de vuurpijl won Tartuca in 1933 de Cappotto met de legendarische Folco.

In 1934 kwam er een einde aan de alliantie toen Oca in augustus won voor Nicchio die een beter paard hadden maar moesten verliezen omdat afspraken afspraken waren ten tijde van de T.O.N.O.

Tussen augustus 1927 en 1934 werden er 16 Palio’s betwist. T.O.N.O.  won er respectievelijk 3+3+3+3 = 12. De rivalen geen enkele.

Het contradaleven én de Palio werden onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. Om het einde van de oorlog te vieren werd in 1945 een Palio Straordinario georganiseerd, bekend onder de naam ‘Palio della Pace’ (Palio van de Vrede). Het werd een van de meest turbulente in de geschiedenis van de Palio. Bruco, die kostte wat kost wilde winnen had iedereen omgekocht, inclusief mossiere. Rubacuori, de fantino van Drago dacht er echter anders over. Hij won. Wat volgde was een ware veldslag waarbij de Brucaioli de drappellone vernietigden en verscheidene Dragaioli het ziekenhuis in sloegen. Bruco werd verplicht om alle kost voor het herschilderen van de Palio op hen te nemen.

Andrea Degortes (Aceto)
Andrea Degortes (Aceto)

In 1945 begon ook de carriere van Giuseppe Gentili (Ciancone). Hij won tussen 1946 en 1969 maar liefst 9x de Palio, ondanks het feit dat hij 4 jaar verbannen werd door Oca omdat hij verdacht werd van omgekocht te zijn door vijand Torre tijdens de overwinning van 1961. De naoorlogse jaren brachten ook een andere topfantino met zich mee : Giorgio Terni (Vittorino). Hij won maar liefst 6x in 21 koersen. Op 16 augustus 1957 liep voor het eerst (en laatst) een vrouw de Palio : Rosanna Bonelli (Rompicollo). De grote heerser van de naoorlogse periode is ongetwijfeld : Andrea Degortes (Aceto) die maar liefst 14 x won en de bijnaam ‘Re della Piazza’ kreeg. Ook Il Pesse (9), Cianchino (8) Bazza (6) en Il Biondo, Tristezza en Bastiano (allen 5) kleurden de tweede helft van de twintigste eeuw.

De paarden uit deze periode zijn Uberta de Mores die maar liefst 4 opeenvolgende koersen won, Topolone (winnaar van 7 Palio’s) en Panezio (8 in een carriere van maar liefst 13 jaar). Urbino de Ozieri, die 3 van haar 4 gereden koersen won werd gedwongen om vervroegd op pensioen te gaan omwille van superioriteit.

Na 2000

Luigi Bruschelli (Trecciolino)
Luigi Bruschelli (Trecciolino)

Het nieuwe millennium wordt gekenmerkt door de dominantie van Luigi Bruschelli (Trecciolino), die tot nu toe 13 maal de Palio won (10 sinds 2000). Giovanni Atzeni (Tittìa) met 10 (waarvan 5 op een rij) en Andrea Mari (Brio) met 6 overwinningen volgen. Ook Jonathan Bartoletti (Scompiglio) is met 5 Palio’s protagonisten. Alberto Ricceri (Salasso) en de reeds gestopte fantino Luca Minisini () strandden voorlopig op 3. Veelwinnaars onder de wijken zijn Selva (maar liefst 6x), Tartuca (5), Giraffa, Leocorno en Drago (4) en BrucoIstrice en Oca met 3.

Het moderne Palio-leven speelt zich vooral af op specifieke locaties : het oratarium (de kapel waar religieuze ceremonies zoals het zegenen van het paard plaatsvinden), de “Societa di Contrada” (het wijkhuis) en de fontanine (doopfontein van de wijk). Iedere Contrada heeft ook een museum. Ook het lid worden van ouders op kind is anders geregeld. Vroeger trouwde men veelal binnen de wijk en was het makkelijk kiezen. Nu trouwt men ook met mensen van andere wijken. Bij ouders van twee verschillende contrade wordt over het lidmaatschap van de kinderen zorgvuldig onderhandeld, rekening houdend met de invloeden en relaties van beide partijen en het belang van de Contrada in het leven van elk van de ouders.


De Koers

De deelnemers

De koers vindt plaats op het centrale plein van Siena, de Piazza del Campo. Aan elke Palio mogen 10 van de 17 wijken deelnemen. Deze worden door het lot gekozen volgens een doordachte regeling die gebaseerd is op constante rotatie van deelnemers : de 7 wijken die het jaar ervoor niet hebben mogen deelnemen aan de Palio van juli rijden sowieso de Palio. De 3 andere worden geloot uit de 10 die wel deelgenomen hebben. Voor augustus geldt dezelfde regeling. Let op : de Palio’s van juli en augustus zijn gescheiden van elkaar. De loting vindt plaats op de laatste zondag van mei (voor de Palio van juli) en de eerste zondag na de Palio van juli voor die van augustus. Nadat de 3 deelnemers geloot zijn worden ook de andere 7 geloot. Enerzijds om de volgorde van het volgende jaar al te bepalen, anderzijds voor de volgore van de Corteo Storico. Bij een Palio Straordinario gaat het er anders aan toe : dan worden er 10 contrade geloot.

De fases van de start

In de middag voor de koers lopen de wijken in middeleeuwse kostuums door de Stad. En verzamelen ze aan de Duomo om dan hun intrede te maken op de Piazza.

verrocchino

Na de Corteo Storico (om 19u30 in juli en om 19u00 in augustus) komen de fantini te paard uit het binnenkoer van het stadhuis (Entrone). Ze ontvangen een zweep uit de hand van een politieagent en begeven zich naar de mossa (start). Ter hoogte van de Costarella hangen twee touwen. Het achterste touw is korter als het voorste waardoor er een soort van “poortje” (Verrocchino) ontstaat. De starter roept 9 wijken binnen. Deze volgorde wordt geloot enkele minuten voor de start. Het 10de en laatste paard bepaald wanneer er gestart wordt. Als hij met de neus van het paard het “poortje” betreed zal de starter (mossiere) de voorste koord laten vallen en wordt er gestart. Het is dus niet de mossiere die de start bepaald.

Tijdens deze fase van de koers zullen fantini de strategieën bepalen of bijstellen naargelang de startpositie die ze geloot hebben. De 10e (rincorsa) en laatste zal door zowat elke wijk benaderd worden om een gunstige start te geven aan die of deze wijk. Of net een slechte aan de rivaal. Op dit moment gaat er veel geld rond tussen de fantini. Uiteraard heeft ook de 10e een opdracht gekregen van zijn wijk. De start kan dus lang op zich laten wachten of in het slechtste geval uitgesteld worden tot de volgende dag, wanneer als terug van nul start. De laatste keer dat dit gebeurde was op 2 juli 1991.

Ook wijken die niet deelnemen kunnen een rol spelen in de startprocedure, zeker wanneer er rivalen betrokken zijn in het spel.

De koers

Spennachierra

Eenmaal de rincorsa geldig binnenkomt start de koers. De Palio wordt gewonnen door het paard, met of zonder een jockey, dat als eerste de eindstreep (aangeduid met de bandierino (vlag)) bereikt na drie ronden rond het plein. Als het paard zonder ruiter aankomt wordt er gesproken van een ‘scosso’. De ruiters dragen de kleuren van de wijken in hun tenu. Het paard heeft een ‘spennacchiera’ op het hoofdstuk met de kleuren van de wijk.

Na de overwinning gaan de contradaioli van de winnende wijk de drappellone halen aan de start waar deze omhoog hangt aan de tribune waar de kapiteins en afgevaardigden van de stad staan. Deze wordt in juli naar de Chiesa di Provenzano gebracht om daar het Te Deum te zingen om Maria te bedanken. In augustus trekken ze naar de Duomo voor hetzelfde rituele. De weken en maanden na de overwinning wordt er gevierd. Daarna wordt de Palio bewaard in het museum van de wijk.


De Palio het hele jaar door
estrazione
Estrazione

Hoewel er tal van activiteiten plaatsvinden binnen elke Contrada blijft de organisatie van de Palio het belangrijkste. Het zijn ook niet alleen de 2 koersen die ertoe doen. Het feest waarvoor men zich een heel jaar door voorbereidde ontvouwt zich gedurende de vier dagen.
Het bestuur van de wijk start al in de winter met de voorbereidingen. Ze houden contacten met fantini en paardeneigenaars. Deze laatste trainen immers de paarden die zullen koersen tijdens de Palio. Ze gaan dus regelmatig kijken naar kleine koersen in de provincie of tonen hun gezicht al eens op training. De stad Siena organiseert tegenwoordig ook koersen op een speciaal aangelegde piste buiten de stad.

Eind mei begint het Palio seizoen. De laatste zondag van mei is het immers de ‘estrazione’ (loting van de 3 wijken die ook zullen deelnemen in juli). Vanaf dan zullen de kapiteins en mangini beginnen met de echte voorbereidingen. Ze leggen contacten met ruiters en stellen strategieën op, ondankt de onzekerheid van een toppaard.

Tratta
Tratta

Ongeveer een week voor de Palio wordt de drappellone gepresenteerd. Deze wordt in juli gemaakt door een lokaal kunstenaar. In augustus is het meestal een internationaal erkende kunstenaar. Ook worden de paarden in deze periode gekeurd door de veeartsen van de stad.

Op de eerste dag (29 juni of 13 augustus) van het vier dagen durende feest vindt de ‘Tratta’ plaats Op die moment krijgen de wijken via loting hun paard toegewezen. In bijzijn van de 10 kapiteins en de burgemeester worden 10 getallen (overeenkomend met de paarden) in een urne gestoken. In een tweede urne zitten de 10 namen van de deelnemende wijken. Twee als page verklede kinderen koppelen een nummer aan een getal.

Tuffo

Op de Piazza del Campo is er een piste gelegd van Sienese tufsteen (combinatie van klei en zand). Hierop worden 6 prove (oefenritten) gereden waarin de fantini hun paard beter leren kennen. Op het binnenplein kan je deze, samen met contradaioli en toeristen volgen. Langs de buitenzijde zijn er tribunes opgesteld tegen de huizen.
De avond voor de koers vindt er in elke deelnemende wijk een avondmaal plaats. In het bijzijn van het bestuur van de wijk en de ruiter eten naargelang de grootte van de wijk honderden, soms duizenden mensen samen. De ochtend van de koers vindt op de Piazza de ‘Messa del fantino’ plaats. Hierbij zegent de bisschop de fantini voor een behouden en veilige koers. In de namiddag wordt ook het paard gezegend in de wijk zelf. Om 11u00 worden de kapiteins én hun fantino op het stadhuis verwacht om hun ruiter in te schrijven voor de koers. Fantini die voor het eerst deelnemen krijgen hun bijnaam. Na deze inschrijving mag er niet meer gewisseld worden van fantino.

Voor een gedetailleerd overzicht dag per dag verwijzen we u graag door naar ons uurschema.


De Palio Straordinario
Zegening drago
Benedizione del cavallo

De Palio Straordinario wordt gehouden in de periode tussen mei en september, en is gekoppeld aan gebeurtenissen of verjaardagen van algemeen belang voor de Sienezen. De laatste werd georganiseerd ter ere van het nieuwe millennium in 2000. Op 9 september 2000 won Selva met Giuseppe Pes(Il Pesse) op Urban II. Diegene daarvoor dateert van 14 jaar eerder, op 13 september 1986 ter ere van de Biccherna. Die veertien jaar was de langste periode tussen 2 straordinarii van de laatste twee eeuwen. Alleen tussen 1928 en 1945 was het langer wachten, omwille van de oorlog.

In de eerste jaren van de Palio werd een derde Palio ingericht om een bezoek of doorreis van een belangrijke gast te vieren. Zo werd er een Palio Straordinario georganiseerd op 7 juni 1676 ter gelegenheid van het bezoek van prins Don Agostino Chigi. Veelal werd er een extra Palio gereden de dag na de gewone.

Sinds de tweede wereldoorlog werden er maar liefst 11 Palii Staordinarii gereden. En dit om de meest uiteenlopende redenen. (eigenlijk was elke reden een goede om er één te organiseren)

  • 20 augustus 1945 – de beruchte Palio della Pace na het beeïndigen van de tweede wereldoorlog
  • 18 mei 1947 – voor de 600ste verjaardag van de geboorte van de heilige Caterina van Siena
  • 28 mei 1950 – voor de 500ste verjaardag van de heiligverklaring van San Bernardino van Siena
  • 5 september 1954 – voor de viering van het Mariajaar. Siena noemt zichzelf immers “La Città della Madonna”
  • 4 september 1960 – voor de 600ste verjaardag van de mythische slag van Montaperti, waarin een Gibbelijns-Sienees Leger een Welfische-Florentijns Leger versloeg. Een veldslag van een vrij grote dimensie voor die tijd.
  • 5 juni 1961 – voor de viering van 100 jaar Italiaanse eenheid.
  • 24 september 1967 – voor het 49ste Congres van de Società Italiana per il Progresso delle Scienze, ingericht in Siena. Allicht de meest ridicule reden om een Palio in te richten, maar een derde Palio was toen wel al 6 jaar geleden.
  • 21 september 1969 – voor de eerste man op de maan.
  • 17 september 1972 – voor het 500-jarig bestaan van de Monte dei Paschi di Siena, de oudste nog actieve bank ter wereld.
  • 7 september 1980 – voor de 600ste verjaardag van de dood van de heilige Caterina van Siena.
  • 13 september 1986 – voor de 200ste verjaardag van de Comunità Civica of Burgerlijke Gemeenschap

Op het einde van de jaren ’80 van de vorige eeuw begon men zich in Siena te realiseren dat een Palio Straordinario een riskante onderneming was geworden, en dit om 3 redenen. Ten eerste konden de contrade het financieel niet meer aan. De kosten, en dan vooral het contracteren van topruiters was compleet uit de hand gelopen. Een derde Palio was teveel geworden voor het budget der contrade. Ten tweede, ook de stad zag een beetje op tegen de niet geringe kosten van organisatie. Ten derde begon Siena langzaam maar zeker in de negatieve belangstelling te staan van allerlei dieren-beschermingorganisaties, die overigens ongepaste vergelijkingen begonnen te maken met de corrida’s. De media waren zeer blij dat er een nieuw groot blik sensatie was opengetrokken en deden duchtig mee aan de polemieken, nooit gestoord door enige kennis van zaken. Het stadsbestuur zag hierdoor op tegen een derde jaarlijkse “tarten van het lot”.

Na de Straordinario van 1986 duurde het tot 2000 alvorens er opnieuw een derde Palio werd ingericht voor de nieuwe eeuw. In 1990 weigerde de stad zelfs een Straordinario in te richten voor 750 jaar Universiteit van Siena (1240-1990) tot grote ontzetting van de rector en verbazing van de bevolking .


Giustizia paliesca

Ondanks het feit dat er veel is toegestaan tijdens het Palio is er een reglement met maar liefst 105 artikelen.

Er zijn 3 soorten straffen die aan wijken kunnen gegeven worden afhankelijk van de grote van de overtreding.

  1. Censura : geldt voor de volgende 5 Palio’s. Wanneer een wijk binnen deze 5 Palio’s nog 3x een Censura krijgt volgt er 1 deplorazione.
  2. Deplorazione : geldt voor 9 Palio’s. Wanneer een wijk binnen deze 9 Palio’s nog 2x een Deplorazione krijgt volgt er 1 esclusione.
  3. Esclusione (diskwalificatie) : geldt voor een bepaalde tijd met een maximum vanl 10 jaar. Esclusione werd pas na de Tweede Wereldoorlog is ingevoerd. Daarvoor werden wijken nagenoeg nooit gestraft.

Dus kort samengevat :

  1. 4x Censura = 1 Deplorazione (binnen de 5 Palio’s)
  2. 3x Deplorazione = 1 Esclusione (binnen de 9 Palio’s)

Straffen worden pas in het najaar, na de 2 Palio’s uitgesproken. Men geeft echter wel straffen per gelopen Palio.

Ook aan de fantini worden (andere) straffen opgelegd.

  1. Ammonizione (waarschuwing) : geldt voor 3 Palio’s. Na 2 ammonizioni krijgt de Fantino een Esclusione. Let wel : 3 Palio’s = 3 door hem meegereden Palio’s.
  2. Esclusione (diskwalificatie) : kan voor bepaalde tijd maar ook voor het leven. Een uitsluiting geldt zowel voor tratta/prove als Palio zelf en dit voor de eerst volgende.

Geschiedenis van de straffen

De eerste diskwalificatie van een contrada in de geschiedenis van de Palio dateert van 20 augustus 1945 toen Tartuca en Bruco geschorst werden na de Palio della Pace om het einde van de wereldoorlog te vieren. Het werd een van de meest geweldadige aller tijden. Tartuca werd gediskwalificeerd omdat hij besloten weigerde deel te nemen na twee discutabele valse starten. Bruco daarentegen omdat de contradaioli zich misdroegen na de Palio en uit woede (voor het verlies) de drappellone, gewonnen door Drago, vernietigd hadden. De straffen werden echter ingetrokken omdat men enige tijd later van mening was dat het feest moest zijn en blijven omdat de oorlog gedaan was.

We moeten dus naar augustus 1966 voor de eerste echte diskwalificatie van een Contrada. Valdimontone werd gediskwalificeerd omwille van het organiseren van een invasie van de piste tijdens een oefenrit omwille van de al dan niet terechte arrestatie van 2 contradaioli. Ook Torre werd gediskwalificeerd omdat ook zij de piste innamen de dag van de Palio. Ze braken de matrassen af en pikten de koorden omdat hun ruiter bij een valse start gevallen was en niet meer kon rijden. Daar je een fantino niet mag vervangen nadat je hem heb ingeschreven om 11u00, werden ze ‘uitgesloten’ van de koers. De contradaioli waren het hier niet mee eens.

Er waren geen nieuwe schorsingen meer tot 1973 toen Istrice voor 1 palio geschorst werd. De zwaarste straf ooit voor een Contrada was ook voor Istrice in 2002. Ze werden uitgesloten voor 4 Palio’s voor het afslaan van de fantino van Lupa (de rivaal notabene), Il Pesse, voor het niet naleven van afspraken. Ook de 6 aanvallers werden gearresteerd.

In 1877 werd voor het eerste een fantino geschorst. Girocche kreeg twee jaar omdat hij stomdronken op een paard zat tijdens de koers.

In 1896 kreeg Ansano Giovannelli (Ansanello) ook een schorsing van twee jaar voor het niet uitrijden van de drie ronden. Hij had zijn eigen wijk (Torre) verraden door in de laatste Casato te stoppen, af te stappen en zijn paard aan een politieagent te geven. Op die manier liet hij Oca (de rivaal!) passeren en winnen.

De eerste ruiter die geschorst werd voor het leven was Angelo Innocenti. Deze kreeg op 2 juli 1877 een schorsing zonder ooit de Palio gereden te hebben. Desondanks een valse start bleef hij doorrijden en deed hij alsof hij gewonnen had. De ocaioli begonnen te feesten met rellen tot gevolg. De palio werd de dag erna opnieuw gereden, zonder Angelo Innocenti.

Sinds de oorlog zijn er veel ruiters gediskwalificeerd, meestal voor onregelmatigheden en verstoringen van de startprocedure. De zwaarste straf werd opgelegd aan Franco Casu (Spirito) en Maurizio Farnetani (Bucefalo). Ze kregen elk 20 palio’s an hun been. De eerste hield Massimo Coghe (Massimino) vast bij zijn truitje bij de start van de Palio van augustus 1996. De tweede hinderde Trecciolino tijdens de Palio van augustus 1997 op ongeziene wijze. De laatste zware straf werd gegeven voor de Palio van 2 juli 2015, toen Massimo Colubu (Veleno II) voor Valdimontone Giovanni Atzeni (Tittia) van Nicchio van zijn paard trok tijdens de koers. Hij kreeg 10 Palio’s schorsing.


Statistieken

Overwinningen per wijk

Contrada16001700180019002000Totaal
Aquila07611024
Bruco67165337
Chiocciola4191414051
Civetta27158234
Drago28916439
Giraffa35915436
Istrice410159341
Leocorno331110431
Lupa1111111438
Nicchio5101116042
Oca8142020466
Onda39.51411441.5
Pantera3679126
Selva211614740
Tartuca311.51712548.5
Torre612205245
Valdimontone2161015144

Veelwinnaars onder de fantini

Er zijn twee fantini die samen het record delen wat betreft aantal gewonnen Palio’s. Dit zijn Mattia Mancini (Bastiancino) en Francesco Santini (Gobbo Saragiolo) : ze wonnen beide 15 keer. Bastiancino won voor negen verschillende wijken tussen 1759 en 1779; Gobbo Saragiolo won tussen 1823 en 1853.

Zij worden gevolgd door drie ruiters met 14 : Pavolo Roncucci (Pavolino), Nicholas Chiarini (Caino) en Andrea Degortes (Aceto). Aceto is recordhouder van de fantini van de moderne tijden. (Pavolino liep in de zeventiende eeuw, Caino in de eerste helft van de negentiende eeuw).

Vijf ruiters tellen 13 overwinningen : Isidoro Bianchini (Dorino) (die 5 Palio’s op rij won, een record!), Pietro Locchi (Paolaccino), Mario Bernini (Bachicche), Angelo Meloni (Picino) en Luigi Bruschelli (Trecciolino).

Andere fantini die meer dan 10 keer Palio hebben gewonnen zijn : Giuseppe Galardi (Pelliccino) die 12 of 13 maal won. Simone Pulcinelli (Mone) en Francesco Ceppatelli (Tabarre) won 11 keer. Tomasso Felloni (Biggeri) en Giovanni Atzeni (Tittia) waren elk 10x succesvol.


Controverse en maatregelen ter bescherming van de paarden

Sinds een aantal jaren is de Palio het onderwerp van een aantal protesten van dierenrechtenorganisaties. Deze bezwaren betreffen voornamelijk de crashes die gebeuren met paarden en die soms geleid hebben tot de dood van het paard.

Inde jaren 90 werden daarom een aantal nieuwe maatregelen gemaakt ter bescherming van de dieren, zowel voor, tijdens als na de koers. Onder andere volgende maatregelen werden genomen :

  • een verplicht bezoek aan de veeartsen aangesteld door de stad Siena
  • paarden dienen sinds 1999 ook een bloedanalyse te laten doen om te controleren dat ze geen stimulerende middelen gekregen hebben
  • sinds 1999 worden paarden ook bijgehouden in een register en dienen ze om in aanmerking te komen om de Palio te rijden deel te nemen aan bepaalde koersen. In 2001 werd beslist dat enkel halfbloeden van arabisch bloed mogen lopen omdat deze het meest geschikt zijn voor het parcours
  • verder werd er een piste gebouwd in Mociano, indentiek van vorm en helling als de Piazza del Campo. Tussen maart en juni worden hier koersen gehouden om de paarden te laten wennen aan de situatie. Ook in Monticiano en Monteroni d’Arbia worden verplichte koersen gehouden voor paarden die willen deelnemen aan de Palio
  • in juni 1999 werden nieuwe matrassen gehangen in de San Martino, vergelijkbaar met die, die gebruikt worden in de Formule 1
  • ook de tufsteen die gebruikt wordt voor de piste aan te leggen werd verbetert wat samenstelling betreft en wordt meermaals gecontroleerd tijdens de dagen van de Palio
  • fantini ondergaan een alcoholtest voor de prove en koers
mattrassen

Deze maatregelen zijn nog steeds onvoldoende in ogen van tal van dierenwelzijnsorganisaties die nog steeds de afschaffing van de Palio eisen. De universiteit van Parma heeft onderzoek verricht naar traumatische ongevallen met paarden. Er werd geen verschil gevonden tussen koersen op renbanen en in Siena op de Piazza. Er werd ook een analyse gemaakt van ongevallen de laatste 40 jaar op de Palio. Tussen 1970 en 1979 werd de Palio fataal voor 2.20% van de paarden. Tussen 2000 en 2009 nog maar 0.53%. De nieuwe maatregelen hebben hun effect niet gemist.


Woordenlijst en uurschema

Voor een uitgebreide woordenlijst verwijzen we u graag door naar ons ‘woordenboek‘.

Een uurschema dag per dag vind je hier.


Laatste aanpassing : 19 augustus 2024