16 agosto 1927

Nicchio wint zijn 3e Palio in zeven jaar

Voor de tweede keer deze eeuw wint een debuterende fantino de Palio; na Guido Sampieri bekend als “Fulmine” in 1905, is het de beurt aan Umberto Baldini bekend als “Bovino” uit Montevarchi.

De tratta bevoordeelt Nicchio met de onheilspellende Giacca, Civetta met Lina en Giraffa die voor de tweede keer op rij Margiacchina loten. Civetta en Giraffa vertrouwen onmiddellijk op Picino en Cispa, terwijl Nicchio grote moeite heeft om een ​​fantino te vinden.

In de Contrada dei Pispini rijden drie verschillende fantini de eerste drie prove; Porcino, Rancani en Testina, bij de vierde prova komt de jonge Bovino over uit Istrice.

Veel beweging ook bij Bruco, de Eritrese Ali rijdt de eerste prova. Nadat men twee andere probeert, komt Nello Magnelli ofte Scacascio voor de vierde keer naar de via del Comune.

Bij de start is het de jonge Bovino die het eerste weg is, Civetta en Giraffa delen onmiddellijk zweepslagen uit. De fantino van Bruco stapt van zijn paard en onthoudt zich van de koers.

In de San Martino draait Nicchio als eerste en valt Pirulino bij Selva. Bovino duwt Giacca met het vertrouwen van een veteraan, achter hem zet de strijd tussen Picino en Cispa zich voort.

Picino rekent af met Cispa en duwt Lina, een eigen paard, naar zijn beste vermogen. Maar het is inmiddels te laat en wordt Civetta’s hoop opnieuw niet beantwoord.

Voor Nicchio opnieuw een zeer duidelijke overwinning na die van juli 1924; de derde voor kapitein Guido Rocchi in slechts zeven jaar.

Scacascio betaalt zijn onthouding aan de koers met een zware diskwalificatie die een einde maakt aan zijn carrière die in 1904 begon.