Dario Neri (1895-1958), een Sienees van formaat

Enkele weken voor elke Palio ziet U op muren in Siena en omgeving grote affiches aangeplakt met daarop de heraldische ruiter van de stad met een wapperende Balzana, het officiële vaandel, en de aankondiging dat op 2 juli of op 16 augustus de Palio zal verreden worden. Deze affiche is gebaseerd op een houtsnede van Dario Neri uit 1928. Vandaag niet helemaal vergeten, maar ook niet meer goed gekend, en nochtans een gigant in het openbare leven van Siena, van Italië en zelfs met een internationale reputatie.

Dario Neri is geboren op 22 mei 1895 in Vescovado di Murlo, niet ver van Siena in een oud Etruskisch centrum als zoon van een kleine maar niet helemaal onbemiddelde landeigenaar en handelaar. Hij onderbrak heel snel zijn ingenieursstudie in 1913 en ging naar een kunstschool in Firenze tot hij van 1915 tot 1919 dienst nam in het Italiaanse leger als telegrafist.

In 1919 ging hij in de leer bij de Bolognese schilder Adolfo De Carolis, en in 1921 kreeg hij zijn eerste opdracht: de drappellone schilderen voor de Palio van 16 augustus 1921. In dezelfde periode maakte hij de eerste schilderijen waarmee hij tot op heden wordt geassocieerd: melancholische landschappen van Le Crete di Siena, waarin hij een groot gedeelte van zijn leven heeft gewoond, en die hij tot het einde van zijn leven zou blijven schilderen. Hij verdiende echter vooral de kost met grafische boekillustraties, meubelontwerpen en artistieke grafiek van het leven op het platteland en in de industrie en zelfs van voetbalwedstrijden. Af en toe mocht hij fresco’s schilderen, techniek geleerd bij De Carolis, in en op buitenmuren van villa’s in Pienza en Siena.

In 1928 kreeg hij van Fabio Bargagli Petrucci, podestà (burgemeester van Siena in het fascistisch tijdperk) de opdracht om een affiche te maken voor de Palio op basis van houtsnedetechniek. Deze  eerste affiche voor de Palio van 2 juli 1928 is tot op heden in vereenvoudigde vorm de beroemde grote affiche gebleven die men overal ziet, en die men, mits beleefd te zijn en met wat geluk, los kan krijgen in de administratie van het stadhuis. Daarnaast kreeg hij ook de opdracht een soort van diploma te maken voor de winnende contrada, niet meer in gebruik na de val van het fascisme. En hij maakte ontwerpen voor de vernieuwing van de kledij van de deelnemers aan Corteo Storico in 1928 en voor de uitrusting van Onda en Chiocciola.

Hij bouwde als kunstenaar een behoorlijke reputatie op en nam deel aan de prestigieuze biënnale van Venezia als houtsnijder in 1930 en 1932 en 1934, en als schilder in 1936 en 1938.

Niets liet toen vermoeden in welke richting de loopbaan van Dario Neri zou gaan. In 1929 huwde hij echter Matilde Sclavo, dochter van Achille Sclavo uit Siena, sociaal zeer bewogen als oprichter van een aquaduct en openbare baden in Siena waarmee hij de stedelijke hygiëne aanzienlijk verbeterde, vaak rector van de universiteit, en die in 1904 het gelijknamige farmaceutische bedrijf Sclavo had opgericht, gespecialiseerd in de ontwikkeling van vaccins. Achille overleed in 1930, liet 3 dochters na waarvan Matilde de jongste was. Zijn weduwe en erfgename kon de leiding niet helemaal aan en in 1935 werd haar schoonzoon Dario Neri de nieuwe manager van het bedrijf, zonder ook maar enige kennis en ervaring wat betreft bedrijfsleiding en farmacie. In 9 jaar van 1935 tot 1944 herstructureerde en reorganiseerde hij het bedrijf, hechtte natuurlijk veel belang aan de lay-out van de verpakking van de medicijnen en aan publicitaire affiches, uiteraard door hemzelf ontworpen, en maakte in de moeilijke periode van een wereldoorlog van Sclavo een Italiaans farmaceutisch topbedrijf met een beginnende internationale expansie. Dario Neri zat niet stil en was van 1939 tot 1943 ook nog directeur van het Kunstinstituut van Siena.

In 1944 na de bevrijding van Toscane nam hij ontslag als manager van het familiebedrijf en ging weer een totaal nieuwe richting in, gedreven door zijn passie voor kunst. In december 1943 kocht hij de Florentijnse uitgeverij Electa op, gespecialiseerd in juridische publicaties, en transformeerde het bedrijf in een uitgeverij van kunstboeken. Neri was van oordeel dat Italië na de tweede wereldoorlog nieuwe artistieke en culturele impulsen nodig had. Binnen enkele jaren was Electa de meest prestigieuze kunstboekenuitgeverij van Italië met een internationale reputatie, gekenmerkt door grafische verfijning en met de voor die tijd beste fotografische reproducties. Zijn overredingskracht was enorm want hij overtuigde de mythische kunsthistoricus Bernard Berenson zijn boeken te laten vertalen en uit te geven bij Electa. Daarnaast werd de uitgeverij de nummer 1 wat betreft catalogi van musea en van toptentoonstellingen, met zeer speciale aandacht voor architectuur, en lanceerde ze meerdere tijdschriften over kunst. Sedert 1994 is Electa een onderdeel van de grote Mondadori-groep maar heeft zijn karakter behouden.

Hij nodigde Berenson uit voor een Palio in 1948, die deze gebeurtenis aangreep voor een essay over de relatie tussen zien en weten.  Later dit jaar volgt een artikel over grote, vooral buitenlandse, kunsthistorici en estheten en hun vaak vreemde relatie tot de Palio. Uit hun geschriften onthouden we vooral hun grenzeloze bewondering en dankbaarheid voor de genereuze behulpzaamheid van de man Dario Neri.

En Dario Neri was verknocht aan de Palio en aan zijn Onda. In 1937 werd hij capitano tot in 1952 en op 2 juli 1950 kende hij de grootste voldoening in deze functie toen de legendarische Giuseppe Gentili , detto Ciancone op Gioia als eerste de aankomst bereikte. In 1954 ontving hij de Mangia d’Oro , de hoogste Sienese onderscheiding, in 1958 schreef hij met Giovanni Cecchini Il Palio di Siena, een prachteditie over het feest, uiteraard een Electa uitgave. Deze uitgeverij heeft altijd veel boeken uitgegeven over Siena, ook na het overlijden van Dario Neri, en ook nu nog nadat hij plots en onverwacht overleed in zijn Milanese woning op 28 maart 1958.

Op 23 mei 2013 werden Dario Neri en zijn vader Paolo postuum de medaille toegekend van de “Rechtvaardigen onder de Naties”, de hoogste Israëlische burgerlijke onderscheiding. In de zomer van 1944 hadden zij op hun landgoed van Campriano in Le Crete de Joodse familie Cabibbe verborgen, precies in de periode dat de Duitsers terugtrokken uit Rome naar Firenze doorheen de provincie Siena. De medaille werd overhandigd door de vertegenwoordiger van de Israëlische Ambassade in de synagoge van Siena aan Paolo Neri, zoon van Dario en kleinzoon van Paolo, in aanwezigheid van de achterkleinkinderen van Arturo Cabibbe, apotheker in Siena.

Jan Gilliams