De geweldige organisatie van de ordediensten van de Palio … en wanneer ze verrassen.

De Palio vereist een geweldige organisatie om alles in goede banen te leiden, en niet alleen tijdens de warme Paliodagen. Contradaoioli geraken overspannen, zoeken en vinden confrontaties bij de lottrekking der paarden, na oefenritten en na de koers zelf of gewoon ergens in de stad. Zij stormen het plein op na oefenritten en zelfs tijdens als hun fantino is gevallen. Zij bestormen de Verrocchio na oefenritten wanneer zij zich te kort gedaan voelen bij de startprocedure of in de rit, en de Palco dei Giudici om hun Palio op te eisen. Zij achtervolgen soms hun eigen fantino om hem zijn zwakke prestatie duidelijk te maken : hallucinante beelden op 2 juli 1997 als Nicchaioli achter Cianchino gaan van de Fonte Gaia naar de Bocca dell’ Onda. En nog spectaculairder als zij achter de fantino van de rivaal gaan : op 3 juli 1992 gingen Montonaioli op zoek naar fantino Cittino van Nicchio die zich tactisch zeer slim in de ambulance had laten dragen. En op 2 juli 1994 gingen Ocaioli achter Bastiano aan die in het hospitaal werd geopereerd na een dubbele open beenbreuk. Nog geweldiger was de confrontatie op 2 juli 1981 tussen Chiocciolini die achter een ontgoochelende Aceto gingen die werd beschermd door Ocaioli, zijn referentiecontrada. Er bestaan beelden uit de jaren ’80 van een knokpartij op de piste voorbij de Casatobocht terwijl de koers nog bezig is.

Politie en carabinieri zijn in grote getale aanwezig en constant op hun hoede. Moslimterreur heeft tot gevolg dat nu ook iedereen zijn zak moet openmaken voor het betreden van de Campo, ook bij oefenritten, en uiterst zelden is er een overigens beleefd en vriendelijk lijfonderzoek.

De ordediensten verdienen alle lof voor het neutraliseren van deze spanningen, soms te laat, soms niet voldoende of te slap, maar wie het heeft meegemaakt op en naast de Campo kan alleen maar respect opbrengen voor hun inspanningen, vaak met veel empathisch aanvoelen.

En toch is er één moment waarbij de attente ordediensten worden verrast omdat zij zelf in spanning naar de koers kijken : contradaioli die willen ingrijpen in de koers zelf. Het gebeurt zelden maar toch. Wij illustreren met twee voorbeelden waarbij mijn geliefd Bruco betrokken was.

Op 20 augustus 1945 probeerde Bruno Cortecci  barbaresco van Bruco, de koers nog te redden voor zijn contrade door de piste op te spurten in de derde San Martino om Drago aan de leiding tegen te houden. Folco van Drago passeerde echter probleemloos op weg naar de overwinning maar het achtervolgende paard van Bruco panikeerde en draaide naar links de Chiasso Largo in. Palio reddeloos verloren.

Op 16 augustus 1959 neem Bruco met Mezz’etto en de snelle Salomè de leiding in de tweede ronde na een fel duel met de gehate rivaal Giraffa. Voor de Cappella van het stadhuis staat echter Briosa, paard van Istrice, zonder ruiter, en is dus een potentiele hindernis voor de aanstormende Mezz’etto. Bruchi, vigile urbano (verkeersagent) en fanatiek Brucaiolo, is van dienst aan de kapel, loopt de piste op naar Briosa om haar weg te trekken, wat verboden is volgens het reglement.

Briosa was een zeer matig paard en bij Istrice hadden ze haar iets te fel “geprepareerd” om toch nog een redelijke koers te kunnen rijden. De avond van de 16de augustus viel Briosa echter in slaap in de Entrone en barbaresco Papi vond er niets beter op om, verborgen achter een pijler in de cortile van het stadhuis, Cognac in de mond van Briosa te sproeien. Ivan, de ruiter van Istrice, kreeg Briosa met moeite aan de start en werd reeds na 30 meter aan de Fontein van een dronken en zwalpende Briosa geworpen, die 100 meter verder aan de Cappella het voor bekeken hield en stopte.

Bruchi trok aan de teugels van Briosa, die mogelijk in slaap aan het vallen was terwijl de koers bezig was en het plein in extase brulde, en bijgevolg niet bewoog. Het vervolg laat zich raden. Mezz’etto en Salomè knalden recht op Briosa en Bruco verloor één van die vele Palio’s die niet te verliezen waren.

Jan Gilliams