Omaggio aan Luca Luchini en zijn Lupa

2016 : een Palio voor de Eeuwigheid.

2016 is een Paliojaar geworden  voor de eeuwigheid. Voor de eerste keer sedert  1933, toen Tartuca die meesterwerk verrichte met Ganascia op de mythische Folco, heeft een contrada de complete cappotto gewonnen, d.w.z. dezelfde contrada wint met dezelfde ruiter en hetzelfde paard de beide Palio’s. Dus nog beter als de overigens ook formidabele cappotto, gewonnen door Giraffa in 1997, met dezelfde contrada en dezelfde ruiter maar met twee verschillende paarden.

Preziosa Penelope, een reeds mythisch paard.

Het meesterwerk is uitgevoerd met Preziosa Penelope , een formidabele merrie, soms zenuwachtig tussen  de touwen in de nabijheid van ruinen (gecastreerde hengsten) , maar begiftigd met alle grote kwaliteiten van een super-Paliopaard. Zeer handelbaar voor ruiters en prompt reagerend op commando’s zoals trajectverandering en versnelling , een uitzonderlijke snelheid, een nog meer uitzonderlijke soepelheid in alle manoeuvers, niet alleen in het aansnijden van de gevaarlijke Paliobochten, maar ook  in de nooit geziene uitvoering van gevaarlijke inhaalmanoeuvers, ook langs de binnenkant, en in de wijze dat ze blijft doorrennen zonder ook maar een ogenblik van ritme te veranderen. Hoe ze in de derde San Martino van augustus uitschoof en onmiddellijk haar ritme heropnam was eveneens nooit gezien. Tenslotte beschikt ze ook nog over het wapen van de derde ronde. Ze gaf in beide Palio’s de indruk pas echt op dreef te komen op het einde. Zij is nu reeds een mythe geworden zoals Folco die haar in 1933 een cappotto voordeed  en er ook in slaagde voor en na WO II te winnen.

De trieste vraag is of we haar nog ooit zullen zien lopen, want zij zal allicht de rest van haar carrière uitgesloten worden van verdere deelname wegens  “manifesta superiorità“, te snel en bijgevolg, helaas, gestraft. Zij is geboren in 2008 en zit nu in haar beste jaren. Normaal gesproken moet zij in staat zijn nog  4 tot 6 jaar een absolute hoofdrol te spelen in de Palio. Maar zal men het haar gunnen nadat zij de hoog aangeschreven Morosita Prima aftroefde in de laatste ronde ?

Ook dit is, helaas, Palio. Nochtans  leert de geschiedenis  dat zelfs onklopbare toppaarden worden geklopt door een slechte dag, een slechte startpositie, een hindermanoeuver door een ander paard op een beslissend moment, enz…

Panezio, een ander mythisch Paliopaard, won tussen 1972 en 1984 liefst 8 Palio’s op 19 koersen, de laatste in 1983 op de gezegende leeftijd van 15 jaar. Panezio werd enkele keren uitgesloten, ook geklopt  maar kreeg  uiteindelijk  opnieuw kansen  om terug te komen.

Urbino de Ozieri  daarentegen debuteerde matig in  1977 en won dan 3 opeenvolgende keren in 1978 en 1979. Tot 1985 werd hij telkens opnieuw uitgesloten van deelname door bange kapiteins en toen gaf de eigenaar het op.

Jonathan Bartoletti, detto Scompiglio : grote ruiter, slechte strateeg?

Van Jonathan Bartoletti, detto Scompiglio, geboren op 30 april 1981, wordt gezegd dat hij een voortreffelijke ruiter is, een geweldige starter met veel kracht, zeer dapper en een voortreffelijke techniek, maar geen strateeg.

Alle Palioruiters verblijven het gehele jaar nabij Siena om zich voor te bereiden : trainen, andere paarden leren kennen en testen, contacten onderhouden met alle contrade en misschien vooral medestanders zoeken onder collega’s-rivalen. Een winnende  en door de contrade gezochte ruiter, kiest meestal zijn wijk als ze een potentieel sterk paard hebben, en kan dan zelfs eisen van andere contrade, nu zonder een goed paard maar in de hoop later met  deze toprijder  te kunnen rijden, dat ze een kans geven aan ruiters die hem goed gezind zijn zodat zijn kansen op de overwinning stijgen. Hierdoor ontstaat een netwerk van verbonden ruiters met een chef en minder begenadigde onderdanen die als ze een “monta”  krijgen door voorspraak van de chef 100.000 euro of meer kunnen verdienen voor bewezen diensten. Bartoletti staat hier buiten. Hij woont en traint in Pistoia op 40 kilometer ten westen van Firenze en houdt zich ver van alle Sienese intriges.

Paliocritici rekenen hem dit zeer zwaar aan en noemen dit de reden waarom de begaafde Bartoletti  tussen  2007 en 2015 slechts 2 overwinningen heeft behaald : bij zijn overigens laat debuut op 26-jarige leeftijd op 16 augustus 2007 voor Leocorno en op 16 augustus 2012 voor Valdimontone. Hij heeft geen echte  vrienden tussen de touwen en in de koers zelf, in tegenstelling tot zijn 2 grote rivalen, Andrea Mari en Giovanni Atzeni, elk met 5 overwinningen, en de actuele koningen van de Palio. Zelfs de oude grootmeester Gigi Bruschelli  heeft nu in zijn nadagen nog meer vrienden rondrijden als Bartoletti. Van Bruschelli wordt trouwens terecht verteld dat van alle topruiters sedert 1900 zoals Piccino, Ganascia, Ciancone, Vittorino, Aceto, Cianchino en Pes, niemand een betere strateeg is geweest als hij die steeds de meeste contrade en veel ruiters in zijn achterzak had steken.

Atzeni en Zedde met 5 en 2 overwinningen hebben het vak geleerd bij Bruschelli, jarenlang  “monta’s” gekregen via zijn voorspraak en hiervoor Bruschelli  hand- en spandiensten bewezen in de koers voor ze zelf hun weg zijn gegaan.

Onmiddellijk na  zijn cappotto schreef Sergio Profeti, de gevreesd Paliocriticus, dat Bartoletti harakiri zou plegen indien hij opnieuw naar Pistoia zou verdwijnen tot volgend jaar, en dat toch wel nadat Bartoletti had bewezen dat hij het anders kan.

Lupa : een meer dan zoete wraak met waardigheid.

Om het nog onbegrijpelijker te maken heeft Bartoletti de cappotto behaald bij Lupa, een quasi  compleet geïsoleerde contrada. Lupa heeft een bittere rivaal, Istrice, maar geen alleate, andere contrade waarmee goede vriendschapsbanden bestaan.  Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Bruco dat verbonden is met de 3 grootste  contrade Istrice, Nicchio en Torre. Niet dat zoiets een vrijkaart oplevert om te winnen, maar het is soms op delicate momenten een voordeel.

Lupa had zijn voorlaatste Palio gewonnen in 1973 en moest dan wachten tot 1989 op zijn laatste. Eerst 16 en dan 27 jaar zonder zege. Istrice, de rivaal ging het eerst nog slechter af : voorlaatste zege in 1975 en dan liefst 25 jaar wachten tot 2000, de aanvang van een sterkere periode met nieuwe overwinningen in  2002 en 2008.

Vooral de band met meesterstrateeg Bruschelli was bepalend  voor overwinningen,  en hij hielp Istrice een cordon sanitaire te leggen rondom Lupa dat zelden of nooit een topruiter kon engageren.  Bovendien lootte Lupa zelden of nooit een sterk paard. Enigszins subjectief kan men stellen dat Lupa na de zege van 1989 éénmaal een topper heeft gehad  in 1996, 5 keer een  kanshebber, en liefst 22 maal een volkomen kansloos paard.

Het in contradaioli veel grotere Istrice terroriseerde Lupa  in die jaren, soms op grappige, soms op eerder geweldadige wijze.  Zo werden ooit duizende  kuikens losgelaten van boven de steile afdaling naar het hart van de Lupawijk, en werd een openluchtfeest van Lupa op hun centraal plein verstoord door de laserprojectie op de omringende huizen van een gigantische Istrice of Stekelvarken.

In 2002 werd Beppino Pes na een koers voor Lupa op een outsider zeven minuten lang afgeslagen door Istriciaoli en in 2013 werd Luparuiter  Andrea Mari wakker in het hospitaal van Siena na een speciale behandeling door Istrice na de koers. Mari diende overigens geen klacht in tegen onbekenden uit een voor buitenstaanders onbegrijpelijk respect voor de ongeschreven regels van de Palio. Ook dirigenten van Lupa, waaronder priore Luca Luchini, werden aangevallen. Het resulteerde in twee schorsingen voor  4 en daarna voor 2 Palio’s ten nadele van Istrice.

Istrice aarzelde geen seconde om ook in de koers zelf Lupa op alle mogelijke wijzen te hinderen.  Toen ik Luchini er jaren geleden naar informeerde, antwoordde hij eenvoudig maar niet zonder trots dat een vijandige obstructiestrategie tegen de rivaal niet behoorde tot de cultuur van Lupa.

In Istrice groeide een onoverwinnelijk superioriteitscomplex, in Lupa een depressieve toestand, en dat ondanks de verbouwing van de hoofdzetel in een schitterend complex onder het bewind van priore Luchini. Wat erg opviel op de avond van 2 juli na de langverhoopte overwinning was de intense maar ingehouden, verre van hysterische vreugde van de Lupaioli  alsof zij het zelf niet konden geloven.

De avond van 16 augustus was de vreugde nog intenser en toch enigszins ingehouden alsof ze het nu helemaal niet meer geloofden wat hen was overkomen.

Luca Luchini

Ik zou graag mijn vriend Luca Luchini willen koppelen aan deze historische overwinning. Luca is sedert enkele jaren gepensioneerd na een carrière op verantwoordelijke posities binnen de Monte dei Paschi bank. Hij is de auteur van meerdere boeken over de geschiedenis van Siena en over de Palio, vertelt erover, in zijn schitterend sienees accent, op de lokale televisie en in enkele briljante documentaires. Wij kennen mekaar sedert 1990 en hij liet mij in 1995 voor het jubileumnummer  (10-jarig bestaan) van het maandblad Carroccio vertellen hoe ik de Palio had ontdekt. Mijn Italiaans was zo schabouwelijk dat hij in de inleiding schreef dat hij toch niets had veranderd om wat “couleur locale” toe te voegen.

Hij is bovenal de auteur van het mooiste en grappigste boek ooit geschreven over de Palio : Palio  XX secolo , una Citta fra Realtà e Leggenda, eerste editie 1985, tipografie senese editrice.

Hoewel vooral gestoffeerd met voorbeelden uit een iets verder verleden, tot circa 1980, bestaat er geen beter boek om  te begrijpen wat de Palio is omdat alle aspecten  ervan worden geïllustreerd, inclusief strategie en verraad en omkoperij, en zelfs een hoofdstuk over geweld in de Palio.

In onze stad Lier ken ik al minstens 6 personen die het boek hebben gekocht en met veel plezier gelezen. Het is in herdruk permanent beschikbaar in alle boekhandels van Siena en bestelbaar on-line. Warm aanbevolen en lezen en genieten maar.

De gepubliceerde foto toont de normaal gesproken altijd zeer bedaarde en nuchtere Luca na de terugkeer van de Duomo op de avond van 16 augustus waar zegevierend Lupa, zoals gebruikelijk, het Te Deum heeft gevierd. De cappotto is hem van harte gegund. Voor hoe ik dit aan de vrienden van Istrice ga moeten uitleggen heb ik nog een winter bedenktijd.

 

Jan Gilliams