3 juli 1992 – Aceto wordt met zijn 14e overwinning de beste fantino van de eeuw na felbevochten Palio met zweepslagen tussen de touwen en een onwaarschijnlijke inhaalrace én koers.

Het was een betoverde Palio, waarin de ene emotie de andere volgde. Op de tratta geen Pytheos, maar wel andere paarden die contrade laten dromen. Favorieten zijn Montone, Giraffa, Istrice en Aquila met respectievelijk volgende paarden : Uberto, Benito, Figaro en Galleggiante. Estrusco gaat naar Oca, een zeer moeilijk paard maar wel één “da Palio”.

Ondanks de uitstekende prestaties in 1990 lijkt Galleggiante niet de rol van superfavoriet toebedeeld te krijgen waardoor de favorieten na de tratta eigenlijk enkel Montone, Giraffa en Istrice zijn.

Het is ook dat klimaat dat de 4 dagen van de Palio zal bepalen. De favorietenrol voor deze 3 maakt de hoop van andere contrade “ijdel”. Onmiddellijk na de tratta kiezen veel kapiteins reeds voor hun definitieve fantino :  Bonito kiest voor de “comfortabele” Figaro bij Istrice; Cianchino krijgt voor de eerste keer een kans bij Oca; Civetta kiest voor Luigi Bruschelli; Montone voor oude vertouwde Beppino Pes; Pantera kiest met Francesco Ticci voor een defensieve Palio en tot slot geeft Drago de jonge Donatini, die al enige tijd droomt van een bijnaam, een kans.

In Giraffa vertrouwt kapitein Caselli pas na de eerste prova op de ervaring van Bastiano en vormt zo een topcombinatie met oog op de overwinning. Bruco en Nicchio verwisselen hun fantino : Tonino Cossu gaat naar Pispini en Massimino naar Via del Comune. Vanaf de tweede prova lijken alle koppels definitief.

Pantera verrast echter diezelfde avond nog met Bazzino op Zucchero tijdens de terza prova. Zucchero blijkt echter een harde noot om te kraken en Bazzino komt ten val en maakt kennis met de tufo. De verrassingen houden echter niet op want tijdens de quarta prova komen zowel Cianchino als Massimo Donatini ten val na botsing tegen het paaltje in San Martino. De blessures lijken alvast ernstig genoeg want beide missen ze de Palio.

Dezelfde avond draagt ​​Dario Colagè de kleuren van Fontebranda en Franco Casu die van Camporegio. De vijf gereden prove worden gewonnen door Drago, Nicchio, Pantera (scosso), Oca (scosso) en Bruco. Zoals gebruikelijk worden sommige Contrade gedwongen om een vrijstelling te vragen om hun paard te sparen voor kleine verwondingen die het opgelopen heeft. Montone slaat er twee over, Aquila één en Pantera de vierde en vijfde. De provaccia wordt geannuleerd na een nachtelijke  stortbui die de piste modderig gemaakt had.

Op het officiële tekenen van de fantini opnieuw een onverwachte wending : Sebastiano Deledda stapt het stadhuis arm in arm met kaitein Giannini van Pantera binnen.

Het weer op 2 juli is zeer onzeker. Net wanneer het lijkt dat de hemel zich zal opentrekken en de illusie dat de koers gereden zal worden levendig wordt trekt een nieuwe regenstorm over Siena. De groene vlag aan het stadhuis bevestigt het uitstel van de Palio van 2 juli.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Mossiere Amos Cisi

De volgende dag verwarmt een prachtige zon Siena. Er zal én kan gereden worden. Amos Cisi is voor de derde keer mossiere en roept de contrade in volgende volgorde binnen : Bruco, Montone, Drago, Giraffa, Civetta, Istrice, Aquila, Pantera, Oca en Nicchio die de start moet geven.

De uitlijning voorspelt niet veel goeds; rivalen Pantera en Aquila staan naast elkaar, Nicchio geeft de start met rivaal én favoriet Montone op plaats twee. Al snel volgt een eerste botsing tussen Aquila en Pantera. De fantini schreeuwen tegen elkaar, negeren de mossiere én het publiek en heffen hun zweep én dreigen elkaar te slaan.

Tussen de touwen zien we dus veel verwarring. Een eerste valse start volgt al snel. Bruco en Montone zijn het snelst weg. De orde en rust worden hersteld. Aceto en Deledda blijven mekaar echter opzoeken; de anderen worden nerveus en een nieuwe valse start volgt.

Aceto’s woede explodeert. Een nooit eerder geziene uitwisseling van zweepslagen volgt. Pantera volgt zijn rivaal als een schaduw. Wanneer de contrade opnieuw uitgelijnd worden zijn er enkele geschikte gelegenheden voor Nicchio om binnen te komen. Tonino Cossu komt echter niet omdat rivaal Montone zijn goede positie kan behouden. Cisi geeft twee officiële waarschuwingen.

Tussen de touwen voelen de negen contrade echter dat ‘het juiste moment’ in de lucht hangt Bruco staat geïsoleerd op de eerste plaats, daarnaast zijn Drago en Montone van plaats gewisseld. Istrice staat vierde in plaats van zesde. Verder volgen Aquila, Pantera, Giraffa, Civetta en Oca. Wanneer Pinturetta’s hoofd ter hoogte van de tweede koord is laat de starter de koord vallen. Hij keurt de start goed ondanks de wanorde en wat lijkt op een ‘jonge’ start.

Bruco, Montone, Giraffa en Aquila zijn het best weg. Maar Galleggiante wordt opnieuw gehinderd door rivaal Deledda. Hij verliest het moment en mist uiteindelijk zijn start. Na een paar meter is Bruco eerst, gevolgd door Montone, Giraffa en Drago.

De drie Contrade botsen met elkaar, Istrice wordt gehinderd en Figaro struikelt, valt bijna maar kan toch verder dankzij een cordate en alerte Bonito. Civetta, Oca, Aquila en Pantera die Aceto’s jas vastneemt volgen. Nicchio probeert via de binnenkant van de piste terrein goed te maken.

Ter hoogte van Fonte Gaia loopt Bruco nog steeds op kop, gevolgd door Drago, Montone, Giraffa, Pantera, Oca, Istrice, Nicchio, Civetta en Aquila. Net voor San Martino is Bruco nog steeds aan de leiding. Pantera is ondertussen tweede na een verrassend sterk opzettende Zucchero.

Bij het aansnijden van de bocht draait Bruco onverklaarbaar breed. Pantera passeert en neemt het commando over. Achter hem draait Drago in het midden van de piste. Montone en Nicchio draaien langs de binnenkant van de bocht. Tonino Cossu draait het kortst, flankeert Montone en veroorzaakt een val van beide. Drago wordt gehinderd door Montone en verliest terrein.

Pantera behoudt de koppositie, gevolgd door scosso Pinturetta, Giraffa, en Istrice die gevolgd worden door Aquila die terrein goedmaakt door een uitstekende trajectkeuze. Vervolgens zien we Uberto (scosso), Drago, Oca, Bruco en Civetta.

In de Casato draait Pantera nog altijd als eerste, gevolgd door Pinturetta en een uitzonderlijke Aceto die erin slaagt om vóór de bocht drie Contrade te passeren. Daarna volgen Giraffa en scosso Uberto. In de bocht flankeert Dario Colagè Drago, hij draait echter te laag, raakt de paal en eindigt zijn koers samen met Casu hier.

Bij het verlaten van de bocht duwt Pantera door; Aceto is ondertussen opgeschoven naar de tweede plaats. Hij wordt op zijn beurt gevolgd door twee scossi, Giraffa en Istrice.

Kort na de Fonte Gaia botst Pantera op “iets” dat uit het publiek op de Piazza steekt, Sebastiano Deledda vliegt op de grond en Zucchero stopt in de San Martino. Aquila volgt op korte afstand. Aceto controleert zijn paard, draait langs de binnenzijde en veroverend de eerste positie.

Vanaf dit moment vergeet Aceto de spanning en woede die zich opstapelden tijdens de start. Hij geeft zich over aan de vreugde en het bewustzijn van zijn veertiende overwinning.

Deze slideshow vereist JavaScript.

3 luglio 1992