Het keerpunt van deze Palio gebeurt tijdens de prove. De tratta is rivalen Chiocciola en Tartuca goed gezind met Tanaquilla en Belfiore, veelwinnaars Gaudenzia en Archetta gaan naar Aquila en Selva maar zijn garantie meer op winst. Chiocciola vertrouwt op Il Biondo, die zich echter blesseert tijdens de terza prova. Vanuit Nicchio komt Vittorino over, die niet naar Tartuca kon omdat de kapitein daar vertrouwen had in Mezz’Etto. Tussen de touwen staat Vittorino op de eerste plaats, Giove, bij Civetta, geeft de start. Een ideale situatie dus om mekaar te helpen. Tanaquilla lijkt erg nerveus, ondanks het feit dat de barbaresco van Chiocciola er met een list in slaagde om het paard niet te laten meelopen in de Corteo Storico. Vittorino vindt de juiste moment om goed te vertrekken. Giove heeft dit begrepen zodat de start overduidelijk aan Chiocciola gegeven wordt. Deze is dan ook als eerste weg. Achter Chiocciola zien we Tartuca, dan Aquila en Onda die iets verder al valt. Het duel tussen de twee rivalen eindigt met de val van Mezz’Etto in de tweede Casato. Voor Vittorino is de overwinning binnen. De voorsprong op de oude Gaudenzia en de scosso van Tartuca is te groot. Het was tevens de laatste Palio voor Mossiere Guido Guidarini, recordhouder met 28 palio’s vanop de verrocchio.