2 luglio 1966

Drago wint 4e Palio in 5 jaar

Met de uitsluiting van Topolone wordt er vooral gekeken naar oud winnaars Beatrice en Danubio. Ook Topolona wiens naam erop Topolone lijkt trekt de aandacht.

Tijdens de prove zien we heel wat beweging, vooral bij Istrice, die eerst Peppinello en Parti e Vai proberen. Uiteindelijk geven ze vertrouwen aan Pel di Carota die de eerste prova nog bij Pantera zat. Bij Chiocciola vervangt Tristezza Lenticchia. De keuze van Nicchio voor Mezz’Etto zorgt voor veel discussie.

Ze starten met een bijna perfecte uitlijning. Oca, Pantera en Giraffa zijn het beste weg. De fantino van Istrice hindert Bozzolo van Lupa die bijna onmiddellijk valt. In de San Martino neemt Chiocciola de kop over al worden ze snel voorbijgestoken door Giraffa. Ook Selva keert terug na een slechte start.

In de eerste Casato zien we een grote valpartij. Chiocciola, Oca, Pantera, Nicchio en Bruco vallen. Giraffa en Selva nemen de kop, Drago wordt derde. In de verre achtergrond zien we Pel di Carota val Istrice het paard van Lupa bij de teugels pakken en zo verder rijden.

De Palio lijkt tussen Giraffa en Selva te gaan die elkaar aan de kop afwisselen. Zowel Canapetta als Morino overtuigen echter niet, waardoor Bazza voor Drago dichterbij kan komen.

In de laatste San Martino is het paard van Giraffa uitgeput, Canapetta slaagt er niet meer in om Falco te beheersen en draait breed richting matrassen. Even ligt Selva opnieuw op kop. Debutant Morino moet echter snel de kop aan Bazza en Topolona van Drago geven die een veel krachtigere motor hebben. Ze brengen de drappellone opnieuw naar Drago.

Deze overwinning sluit een gouden periode van Drago af waarin ze tussen 1962 en 1966 maar liefst 4 keer wonnen, met vier verschillende fantini in 6 gereden koersen.

Bij Nicchio rekenen ze na de koers af met Mezz’Etto. Pel di Carota krijgt een schorsing van maar liefst 8 palio’s voor het vasthouden van het paard van rivaal Lupa.