16 agosto 1993 : kapitein Toti wint voor de derde keer op 4 jaar de palio voor Drago met Vittorio, een paard dat geen favoriet was maar waar wel veel goeds over gezegd werd

De Palio kende na de tratta slechts één uitgesproken favoriet : Il Pesse op Pytheos bij Aquila. De andere negen werd weinig kans gegeven. Het lot besliste er echter anders over wat de uniciteit van de Palio nogmaals bevestigt.

Het was een mooie Palio met continue wisselingen van posities aan de kop van de koers. De start duurde ongeveer een half uur. Mossiere Cisi riep de contrade als volgt tussen de touwen: Lupa, Selva, Giraffa, Aquila, Onda, Drago, Chiocciola, Civetta, Tartuca en Leocorno als rincorsa.

De spanning is te snijden. Zucchero bijt naar iedereen die in zijn geburen komt, Chiocciola en Drago in het bijzonder. Bucefalo, rijdend voor Lupa wordt door verplegers geholpen na een trap tegen de enkel.

Verder ook twee valse starten, waarvan slechts één uit voorzorg. Drie maal worden de paarden terug buiten gestuurd om te kalmeren. Onda is zeer onrustig en gaat niet op de zijn toegewezen plaats staan. Wanneer Leocorno binnenkomt gaan maar liefst vijf contrade aan de kop van de koers.

Onda en Lupa lijken aan elkaar verbonden te zijn, Tartuca sluit Drago in en vertrekt goed vanuit het midden. Civetta en Leocorno vertrekken goed aan de buitenkant. Deze laatste wisselen een reeks gewelddadige zweepslagen uit.

Vóór San Martino neemt Civetta de kop, geflankeerd door Onda en buitenom door Leocorno, onmiddellijk gevolgd door Tartuca. Daarna volgen Lupa, Drago, Selva, Chiocciola, Giraffa en Aquila.

In volle bocht heeft Civetta nog steeds de leiding, achter hem neemt Bastiano Oriolu terug in de hand, terwijl Onda tegen de paal botst waardoor de fantino in de matrassen valt. Hierbij hindert hij Leocorno die langs de buitenkant draaide.

Tartuca vermijdt de wirwar en neemt de tweede plaats in. Daarachter valt Bucefalo op Bastiano en Bonito. Voor drie contrade lijkt de koers over na de eerste San Martino. Op de vierde plaats volgt de scosso Zucchero gevolgd door Drago, Chiocciola, Selva, Giraffa en Aquila.

Civetta en Tartuca gaan richting Casato; Drago en Aquila halen Zucchero in na de bocht. Il Bufera probeert ter hoogte van de start via de binnenkant een aanval in te zetten op Civetta. Deze pareert perfect en sluit alles af waardoor Il Bufera snelheid verliest.

In San Martino draait Civetta als eerste, nog steeds gevolgd door Tartuca. Achter hen volgen Drago en Aquila, vervolgens Zucchero, Oriolu, Chiocciola, Selva en Best Ford.

Bruschelli vreest echter dat Usiglia de bocht te scherp zal aansnijden en dwingt haar breder te draaien. Dr krachtige Etrusco neemt in de afdaling richting kapel de koppositie over. Achterin komen Chiocciola en Giraffa ten val. Ook in de volgende Casato staat er iets te gebeuren.

Dario Colagè, gedwongen om zich recht te houden aan de nek van Etrusco draait te kort, raakt met de knie de paal en valt. Achter Civetta, met een vastberaden Bruschelli zien we Drago sterk opzetten.

In de Casato valt ook Aquila die aan een sterke comeback bezig leek. Na de bocht is Etrusco nog steeds eerst, gevolgd door Civetta en Drago die een aanval inzet via de buitenkant.

Terwijl Mistero zijn aanval inzet probeert Civetta langs onder. Etrusco sluit Bruschelli echter in waardoor deze snelheid verliest.

Drago neemt de kop over, maar het is nog niet voorbij. Chelli draait te kort en botst tegen de paal. Hij komt ten val en Drago en Tartuca botsen tegen elkaar. Voor het aansnijden van de derde Casato komt Vittorio sterk terug op Etrusco. Civetta lijkt opgebrand en de koers is voorbij voor hen. Zucchero, Pytheos, Oriolu, Icaro, Aristocratic en Selva volgen. De scosso van Drago komt als eerste over de meet, net voor die van Tartuca, Onda en Leocorno. Civetta en de anderen volgen.

De paarden spelen net als in juli de hoofdrol in deze Palio. Deze keer echter op de tufo en niet in de ziekenboeg zoals in juli. We zien slechts twee fantini die de koers beëindigen : Trecciolino bij Civetta en Massimino voor Selva. Deze laatste had een schouderblessure opgelopen bij de start en was niet in staat om Figaro tot een comeback te brengen.

Het is Drago die aan het vieren gaan, terwijl anderen de wanhoop nabij lijken. De contrada van Mario Toti kan als grootste verdienste rekenen op het feit dat ze na de zwakke koers in juli toch zijn blijven rekenen op de jonge uit Grossetto afkomstige Andrea Chelli.

Na het succes van Benito in 1989 en de overwinning van Pytheos met Il Pesse is dit de derde overwinning in vier jaar. Deze laatste twee zijn net de grote verliezers van deze koers.

Deze slideshow vereist JavaScript.

16 agosto 1993