Waar komen fantini vandaan? Deel 4 : Umbria

Gebruikmakend van het immense en kostbare naslagwerk van Orlando Papei en zijn medewerkers van ilpalio.org ging Roberto Filiani op zoek naar de plaatsen van oorsprong van de fantini, rekening houdende met de geboorteplaats en de gegevens waarover we kunnen beschikken. Hij vertrouwde op de juistheid van de informatie van de website en nodigt iedereen uit om een fout of vergetelheid te melden. Ook wij van palio.be hadden nauw contact met Roberto Filiani en Francesco Zanibelli (lavocedelpalio.it). De volledige tekst en naslagwerk werden dus aangewend met toestemming van beide.

In deel 3 onderzoekt Roberto Filiani Umbria.

 

Umbrië heeft de Palio één van de meest gevierde kampioenen van de vorige eeuw aan de Palio geschonken: Tripoli Torrini genaamd “Tripolino“. Hij kende enorm veel succes in de jaren 30 en werd afgeremd door de Tweede Wereldoorlog.

De kleine Tripoli, geboren in Castiglion del Lago op 8 maart 1913, leerde als kind samen met zijn broers en zussen rijden op varkens in hun bloeiende familieboerderij.

Hij werd opgemerkt in een koers in de Provincie (koers in Monte San Savino) door Guido Rocchi, een meervoudig zegevierende kapitein van Nicchio en een ware ontdekker van talent.

Rocchi was slager van beroep en had jarenlang een uitstekende vriendschaps- en commerciële relatie met de familie Torrini. Dit kwam de komst van Tripoli naar Siena zeker ten goede.

Ezio Torrini, de oudere broer van Tripoli reed in augustus 1930 voor Pantera op Beppina en zal de geschiedenis van de Palio ingaan omdat hij de laatste jockey was die geen traditionele bijnaam kreeg.

In de Palio van 2 juli 1931 maakte ook Tripoli zijn debuut op Beppina. De 18-jarige reed voor Nicchio.

Een eerste overwinning behaalde hij in augustus 1932 op Ruello, gebruik makend van een zeer controversiële start die de sterkte van de T.O.N.O. onderstreepte en de zwakte van de verzamelde concurrentie : Torre, Bruco en Chiocciola.

De liefde tussen Nicchio en Tripolino was echter van korte duur. In augustus 1934 werd de Umbrische fantino op sensationele wijze door Guido Rocchi vervangen door de zelfgenoegzame Pietrino die de overwinning van Meloncino bij Oca op Wally wilde bevoordelen. Deze Palio luidde ook het einde van de T.O.N.O. in.

Tripolino zocht andere oorden op en vond deze bij Lupa en Drago, contrade waar hij 4 overwinningen eerlijk tussen verdeelde. Hij maakte optimaal gebruik van de gelegenheid om de beste paarden van die tijd te monteren : Ruello en Folco, die bijna altijd wonnen na een bliksemstart; een aangeboren wapen van de fantino uit Castiglion del Lago.

Hij vocht regelmatig strijd uit met Ganascia, met wie hij bij sommige gelegenheden ook een stilzwijgend bondgenootschap had. Het hoogtepunt van Tripolino’s macht viel samen met zijn zesde en laatste overwinning. Deze behaalde hij op 16 augustus 1938 in zijn dertiende deelname aan de Palio.

Na zijn overwinning in juli voor Drago met Folco verraste Tripoli iedereen door Sansano bij Chiocciola te kiezen, een paard dat niet bij de beste gerekend werd. Rivaal Tartuca kon rekenen op een koningskoppel : Ganascia op Ruello.

Tripolino rijdt een koers die grenst aan de perfectie en brengt de chiocciolini in de hemel. De tartuchini daarentegen spuwden hun voormalige idool (dat de cappotto won in 1933) uit.

Deze fantastische overwinning luidde echter het einde van zijn carrière in. 1939 was een teleurstellend jaar voor hem en de oorlog onderbrak de Palio voor 5 jaar. Toen er in 1945 opnieuw gereden werd kampte hij met gewichtsproblemen. Dit alles was een lange aanloop naar zijn definitieve afscheid in mei 1950.

Hij werd toen op de laatste moment door Lupa geëngageerd om Salomè te berijden, voornamelijk om favoriet Istrice met Arzilli op de zeer snelle Popa te hinderen. Tot ieders verbazing vocht hij een nek-aan-nek race uit met zijn rivaal Ganascia die beslist werd op de finish.

Een botsing in de laatste Casato, veroorzaakt door Ganascia zorgde voor een val van de Umbrische fantino die van Salomè viel. Een andere scosso, Gaia, nam de leiding en bezorgde Montone de overwinning.

Dit was de eerste keer in zijn carrière dat hij ten val kwam en de vernedering die hij op deze manier van Ganascia ontving en de schrik om dit nog mee te maken veroorzaakte het einde van zijn carrière.

Na het Tripolino-tijdperk leidde een andere jockey uit Castiglion del Lago de Palio: Umberto Castiglionesi detto “Biba“, die in juli 1956 zijn debuut maakte bij Lupa.

Biba’s carrière, hoewel niet briljant, werd gekenmerkt door het geluk om de fantastische Uberta de Mores driemaal te kunnen berijden : tweemaal bij Torre, met zeer teleurstellende resultaten en eenmaal bij Istrice.

In juli 1958 behaalde Biba zijn enige overwinning bij Istrice nadat hij een ganse koers op kop gelopen had om in de laatste Casato te vallen. Uberta liep scosso verder en kon nog net winnen voor Gentili bij Pantera.

Voorafgaand aan Ezio Torrini, Tripolino en Biba uit Castiglion del Lago reden evenveel fantini uit Orvieto de Palio. We beginnen bij Guerriero Guerrieri, bekend als “Scansino I” die één keer de Palio reed. Hij reed de Palio alla Romana op 19 augustus 1894 voor Lupa. Daarna zou hij nog enekele prove rijden tot 1910 zonder een nieuwe echte kans.

De carrière van Francesco Menchinelli genaamd “Pallino“, geboren in 1879, is langer en bevredigender. Hij reed 16x de palio tussen 1900 en 1909 en won de Palio van 2 juli 1902 voor Onda op Ponona na een geweldige strijd met Popo bij Lupa op Nocciola.

Absoluut kleurloos echter is de carrière van de derde fantino uit Orvieto: Ugo Benedetti genaamd “Il Rosso” die debuteerde voor Nicchio op 2 juli 1907. In augustus 1923 reed hij zijn negende en laatste Palio voor Drago na 11 jaar afwezigheid.

De laatste Umbrische fantino, hoewel van zeer duidelijke Sardijnse afkomst is Massimo Columbu genaamd “Veleno II“, geboren in Gubbio op 12 juni 1974.

Het belangrijkste kenmerk in de carrière van Columbu is ongetwijfeld zijn uitgesproken talent om de rivaal te hinderen. Tot twee maal toe kreeg hij de maximale straf van 10 palio’s diskwalificatie opgelegd. Zowel voor de gebeurtenissen van de Palio van augustus 2006 als die voor de sensationele Palio in juli 2015 waarin hij Tittia van zijn paard trekt.

Tegenwoordig is Massimo Columbu eigenaar en trainer van de felbegeerde Remorex, een paard dat zowel in oktober 2018 als in augustus 2019 scosso won.

 

Naam Bijnaam Gereden Palio’s Gewonnen Palio’s
Guerriero Guerrieri Scansino I 1 0
Francesco Menchinelli Pallino 16 1
Ugo Benedetti Il Rosso 9 0
Ezio Torrini Ezio Torrini 1 0
Tripoli Torrini Tripolino 20 6
Umberto Castiglionesi Biba 12 1
Massimo Columbu Veleno II 6 0